Tekstweergave van GA-1910_JB008_00072
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Niet
met
een
gebaar
van
minachting,
maar
met
een
eeresaluut
voor
Ter
Gouw
moet
een
ieder
beginnen,
die
zich
met
oud-Amsterdam
bezig
houdt.
Maar
het
voorbeeld
van
Bilderdijk,
die
Wagenaar
uitschold
na
hem
te
hebben
uitgeplunderd,
schijnt
nog
steeds
bij
velen
navolgens
-
waardig.
Wij
willen
daarmede
niet
gezegd
hebben,
dat
de
heer
Vander
Loos
zich
bezondigt
aan
Bilderdijkiaansche
historiographie.
Integendeel,
zijn
onderzoek
is
inden
regel
grondig
en
degelijk;
zijn
argumenten
ver
-
dienen
overweging;
zijn
conclusiën
rusten
op
documenten;
hij
is
inde
stof
geheel
thuis;
hij
heeft
het
zich
niet
gemakkelijk
gemaakt;
hij
geeft
zich
van
zijn
documenten
en
van
zijn
gevolgtrekkingen
zorgvuldig
reken
-
schap
;
blijkbaar
zit
de
wensch
naar
objectiviteit
voor.
Dat
alles
is
zeker
geen
navolging
van
BUderdijk,
wiens
verdiensten
op
het
gebied
der
vaderlandsche
geschiedenis
wel
niet
ontbreken,
maar
toch
in
hoofd
-
zaak
negatief,
of
liever
destructief
zijn.
Het
boek
van
den
heer
Vander
Loos
verdient
dus
de
aandacht,
de
waardeering
ook,
die
het
reeds
heeft
gevonden.
Het
was
ons
althans
de
aanleiding
nog
eens
enkele
punten
na
te
gaan
van
de
oude
ge
-
schiedenis
van
Amsterdam.
Wij
zijn
niet
voornemens
het
geheele
ver
-
leden
van
Amsterdam
vóór
1300
nogmaals
te
onderzoeken
en
te
beschrijven;
dat
is
thans
minder
noodig.
Maar
daar
wij
tot
afwijkende
conclusiën
meenden
te
moeten
komen,
is
een
onderzoek
van
sommige
détails
stellig
niet
ongewenscht
De
heeren
van
Aemstel
De
man,
dien
Ter
Gouw
den
eersten
Aemstelheer
noemt
en
die
ook
door
Vander
Loos
voor
den
stamvader
der
Aemstels
wordt
gehouden,
is
een
zekere
Wolfert
of
Wolfgerus.
Hij
komt
in
vier
stukken
voor;
dat
is
alles,
wat
wij
van
hem
weten.
In
1105
is
~Wolfgerus
scultetus
de
Amestello”
getuige
bij
een
beslissing
van
bisschop
Burchard
van
Utrecht
2
.
Ineen
tweede
oorkonde
van
denzelfden
bisschop
van
1108
heet
hij
eenvoudig
Wolfgerus,
zonder
meer
3
.
Eindelijk
in
twee
brieven
van
bisschop
Godebald
van
1126
wordt
hij
„Wolfgerus
de
Amestelle”
genoemd
4
.
In
het
eerste
stuk
wordt
hij
onder
de
„servientes
episcopi”
1
Deze
studie
is
voorbereid
door
de
onderzoekingen,
onder
mijn
leiding
gedaan
op
het
■candidaten-college
door
de
studenten,
de
dames
W.
L.
C.
Coenen,
J.
M.
Kuyer,
F.
Szper
M.
I.
van
Soest
en
den
heer
J.
Ruinen.
Het
is
mij
een
aangename
verplichting
hun
allen
■den
dank
te
kunnen
brengen,
die
hun
voor
hun
arbeid
toekomt.
2
Van
den
Bergh,
Oorkondenboek
,
I,
n°.
95.
3
T.
a.
p.
I,
n°.
101.
4
T.
a.
p.
I,
n°.
112;
Sloet,
Oorkondenboek
,
n°.
244.
47