Tekstweergave van GA-1910_JB008_00066
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Vander
Loos
contra
Ter
Gouw
In
1907
verscheen
van
de
hand
van
den
heer
J.
C.
van
der
Loos
een
geschiedenis
van
Amstelland
vóór
1300
\
die
allerlei
vragen
over
de
oudste
geschiedenis
van
Amsterdam
opnieuw
aan
de
orde
stelde
niet
alleen,
maar
daarop
ook
een
antwoord
trachtte
te
geven.
In
vrij
scherpen
vorm
werd
Jan
ter
Gouw
met
zijn
Geschiedenis
van
Amsterdam
voor
den
rechterstoel
gedaagd
en
werden
hem
zijn
tekortkomingen,
vele
en
velerlei,
ten
laste
gelegd.
Voornamelijk
richtte
zich
de
aanval
van
den
heer
Vander
Loos
tegen
de
sedert
en
door
Ter
Gouw
vrij
algemeen
aangenomen
voorstelling,
dat
het
kasteel
der
Heeren
van
Aemstel
wel
tot
1204
te
Ouwerkerk
heeft
gestaan,
maar
na
de
ver
-
woesting
door
de
Kennemers
in
genoemd
jaar
niet
daar,
maar
aan
den
mond
van
den
Amstel,
dus
bij
het
reeds
opkomende
Amsterdam
is
herbouwd.
Daartegen
stelde
de
heer
Vander
Loos
zijn
vaste,
op
onderzoek
der
stukken
gebaseerde
overtuiging,
dat
het
Aemstelslot
nimmer
ergens
anders
heeft
gestaan
dan
te
Ouwerkerk
;
het
kasteel
te
Amsterdam
is
dus
een
„chateau
en
Espagne”.
Het
schijnt,
dat
deze
nieuwe
theorie
eenige
ontroering
heeft
gewekt
in
kringen,
waar
men
met
liefde
hecht
aan
het
bestaan
van
het
oude
kasteel
der
Gijsbrechten
binnen
Amsterdam,
op
de
traditioneele
plek
aan
den
Nieuwendijk
en
de
Dirk
van
Hasseltsteeg.
Reden
temeer
om
deze
zaak
nog
eens
onbevangen
na
te
gaan
en
te
onderzoeken,
in
hoeverre
hier
zekerheid
of
waarschijnlijkheid
is
te
verkrijgen.
De
indruk,
die
het
boek
van
den
heer
Vander
Loos
op
ons
heeft
ge
-
maakt,
kunnen
wij
aldus
resumeeren.
In
zijn
negatief,
afbrekend
gedeelte,
dat
in
hoofdzaak
tegen
Ter
Gouw
is
gericht,
is
hij
zeer
dikwijls
ge
-
lukkig.
Hij
weet
de
zwakke
punten
in
het
betoog
van
zijn
voorganger
te
ontdekken
en
richt
daartegen
zijn
aanval,
inden
regel
met
succes.
Maar
waar
hij
zelf
positief
werk
moet
verrichten
en
opbouwend
de
geschiedenis
moet
reconstrueeren,
daar
schiet
hij
veelal
te
kort;
daar
vertoont
zijn
arbeid
even
veel,
zoo
niet
meer
aanvechtbare
onderdeden
als
die
van
Ter
Gouw.
Het
kasteel
der
Gijsbrechten
heeft
hij
wel
te
Amsterdam
afgebroken,
maar
het
na
1204
te
Ouwerkerk
niet
weer
kunnen
opbouwen.
Juist
daarom
had
den
heer
Vander
Loos
wel
eenige
matiging
gevoegd.
1
Het
titelblad
is
voor
den
toekomstigen
bibliograaf
een
crux.
Het
vermeldt
niets
anders
dan:
„Geschiedenis
van
Amstelland
tot
het
jaar
1300.
E.
van
der
Vecht.
Amsterdam”.
De
naam
van
den
schrijver
blijkt
alleen
op
den
omslag;
daar
is
de
titel
echter
weer
eenigszins
anders
:
„Geschiedenis
van
Amstelland
vóór
1300”.
Het
jaartal
der
uitgave
blijkt
uit
de
dateering
van
de
inleiding:
„April,
1907”;
maar
onderteekend
is
deze
inleiding
weer
niet.
43