Tekstweergave van GA-1909_JB007_00149
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
werd
de
huur
ook
hooger;
in
1540
waren
er
drie,
respectievelijk
ver
-
huurd
voor
10,
4
en
3
gulden
’sjaars;
sinds
Mei
1543
werden
er
zes
verhuurd,
ieder
tegen
8
gulden.
Men
vond
er
een
mandenmaker,
een
kousenmaker,
een
speldenmaker,
en
sinds
1544
ook
den
boekverkooper
Wier
Henricx.
Omstreeks
1547
schijnt
er
echter
eene
verandering
te
zijn
gemaakt;
na
dit
jaar
ten
minste
is
er
inde
rekeningen
geen
sprake
meer
van
huis
van
Lambert,
maar
worden
de
stalletjes
aangeduid
als
staande
„aen
’t
huys,
genaemt
Sint
Lucas”,
waarover
later.
De
juiste
plaats
van
het
huis
van
den
koopman
Lambert
Michielsz.
kan
ik,
helaas,
niet
aangeven.
Het
blijft
te
betreuren
dat
het
gemis
aan
voldoende
gegevens
ons
belet
den
arbeid
van
den
Magistraat
tot
verruiming
van
het
hoofdplein
anders
dan
in
algemeenen
zin
te
waardeeren.
Den
13
den
Januari
1525
namen
Burgemeesteren
na
tevergeefs
getracht
te
hebben
het
bij
minnelijke
schikking
door
koop
te
verwerven
bij
rechterlijke
uit
-
spraak
het
huis
over
van
Dirck
Jan
Zegerszoonszoon,
dat
helend
was
ten
oosten
door
Vardauwe
Arentsweduwe
en
ten
westen
door
Tyman
Gerritsz.
Drie
op
het
huis
gevestigde
~out-eyghens
of
ewige
pachten”
kwamen
voor
rekening
van
Burgemeesteren,
en
voorts
ontving
Dirck
voor
„die
beterscop”
f
525
;
hij
moest
op
zijne
kosten
het
huis
afbreken
en
het
puin
ten
behoeve
van
de
stad
laten
liggen,
terwijl
hij
het
houtwerk
mocht
behouden.
Enkele
weken
na
deze
overeenkomst
werd
hem
„om
redenen
wille”
nog
f25
toegekend
1
).
Waarschijnlijk
ver
-
kreeg
men
door
het
slechten
van
dit
huis
eene
opening
aan
de
Rokinzijde,
en
hield
de
afbraak
dus
verband
met
het
in
1527
volvoerde
plan
om
eene
kade
langs
den
westelijken
oever
van
den
Amstel
aan
te
leggen.
Vijftien
jaren
later,
in
December
1540,
ging
ook
het
huis
van
Dirk’s
buurman,
den
varkensdrijver
Tyman
Gerritsz.
in
eigendom
aan
de
stad
over
voor
ƒ
775;
het
wordt
aangeduid
als
gelegen
„opten
Amstel”,
en
„daer
nu
de
sleeden
staen”
2
);
klaarblijkelijk
werd
de
toegang
tot
de
westzijde
van
het
Rokin
door
het
wegbreken
verbreed
en
vond
daar
nu
de
stads-paardenstal
een
plaats,
waarvoor
ook
nog
het
aangrenzende
huis
van
Clement
Willemsz.
„aen
den
Amstel”
werd
afgebroken
3
).
In
1531
wordt
melding
gemaakt
van
het
aaukoopen
en
afbreken
van
het
huis
van
den
vleeschhouwer
Gherijt
Pietersz
4
).
Het
lag
„tegenover
de
Cat”,
welk
huis,
dat
wij
nog
wel
eens
zullen
noemen,
aan
de
zuidzijde
van
de
Damsluis
stond,
het
zesde
huis
van
de
Nes;
zoodat
1)
le
Groot-Memoriaal,
fol.
283
v°.
2)
le
Groot-Memoriaal,
fol.
297
v°.;
Rekening
van
Thesaurieren,
1511,
fol.
104.
3
)
Rek.
van
Thes.,
1542,
fol.
98.
4
)
Rek.
van
Thes.,
1531,
fol.
34.
117