Tekstweergave van GA-1908_JB006_00180

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
vlijtig geraadpleegd; van daar dat de redactie dier titels ongelijkmatig is niet slechts, maar ook dat geen verantwoordelijkheid aanvaard kan worden voor diplomatische nauwkeurigheid. Bkiot was denkelijk afkomstig uit Huy aan de Maas bij Luik; hij is echter niet eerder aan te wijzen dan in 1613, toen hij .in Gouda een huis op de Botermarkt kocht van Lambeut de Hooch, schepen van Rot - terdam. In Gouda heeft hij sedert gewoond. Op het tijdstip echter dat hij en zijn vrouw voor de laatste maal testeerden (17 Aug, 1626) had hij zijn domicilie inde Dijkstraat te Amsterdam. Zoowel in Gouda als in Amsterdam stond hij als lettergieter in relatie met amsterdamsche drukkers. Niettemin was zijn eigenlijk bedrijf dat van goudsmid, zooals blijkt uit de volgende documenteele post door Scheltema uit de goudsche stadsrekeningen medegedeeld in Obreen’s Archief (111 p. 56); Betaelt aen Nicolaes Buigt, goutsmit, de somma van twaleff gul. over het snijden vaneen zeghel voor de stadt, twelck hem lasten doen is tot een prouff, ende wederom gehroocken es; ordon. 23 Aug. 1616. XII guld. Niet slechts blijkt dus, dat hij zegelsnijder was, waaruit gereedelijk volgt, dat hij als lettergieter althans de faculteit bezat letterstempels te steken immers het feitelijke verschil tusschen een zegel en een stempel bestaat hierin, dat de eerste is en creux en de ander en relief —, maar ook wordt hier gezegd dat hij was goudsmid. Elders komt hij in acten voor als lettergieter, zonder dat hieruit kan blijken, welke zijn eigenlijk hoofdbedrijf was. De goudsche acten, waarvan ik de wetenschap dank aan de vriendelijkheid van Dr. Kesper te Gouda, zijn deze: 1613, 25 Mei. Nicolaes Briot, „zilversmit”, koopt van Lambeet de Hooch, schepen te Rotterdam, het huis op de Botermarkt voor ƒ 0600 (te betalen ƒ 600 dadelijk en verder per jaar ƒ 300). 1620, 9 Oct. „Nicolaes Beiot, goudsmit op de Botermarkt is poorter geworden”. 1623, 26 Aug. Nicolaes Beiot, „lettergyeter”, bekent voor Schepenen schuldig te zijn een losrente van ƒ 18:15, onder verband van zijn huis op de Botermarkt en vaneen perceel aan den Singel. 1624, 21 Mei. Nicolaes Beiot, „goudtsmit”, bekent voor Schepenen schuldig te zijn een losrente van ƒ 33, onder verband van zijn huis op de Botermarkt. 1625, 21 Mei. Nicolaes Beiot „lettergieter” krijgt zijn huis weer in vrijen eigendom terug. 1625, 30 Juni. Niclaes Beiot, „lettersnijder”, bekent voor Schepenen schuldig te zijn een losrente van ƒ 25, onder verband van zijn huis op de Botermarkt. 152