Tekstweergave van GA-1907_JB005_00159
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Philips,
„woonende
aan
den
Uithoorn”,
verlof
ƒ
300.
in
te
zamelen,
„onder
de
Hoogduitsche
Joodsche
Natie”,
wier
Parnassim
op
de
collecte
toezicht
moesten
houden.
De
reden
was
dat
zijn
huis
„door
feilen
brand
vernield”
was
').
.Felle
Brand”
legde
op
den
10
den
Maart
van
hetzelfde
jaar
niet
één
huis,
maarde
„stad”
Rijssen
inde
asch.
In
Mei
kwamen
Ds.
,T.
H.
Cbamee
en
Ds.
C.
Schimmel,
respectievelijk
predikanten
te
Rijssen
en
te
Holten,
ƒ
4000.
vragen,
„tot
herstel
der
ruïne
en
ongelukkige
toestand,
waarin
de
ingezetenen
geraakt
zijn”.
De
eerste
commies
Bestinck
werd
alweder
met
het
toezicht
belast
2
).
Nog
geen
week
na
het
verleenen
dezer
vergunning
werd
ook
Yriezenveen
door
brand
geteisterd
(8
Mei
1786);
voor
dit
dorp
werd
in
het
begin
van
het
volgende
jaar
eene
collecte
van
/
2000.
toegestaan
3
).
Brand,
en
nog
eens
brand,
blijft
voortdurend
aanleiding
geven
tot
aanvragen.
Te
Barsingerhorn
en
Kolhorn
waren
op
den
7
den
September
1788
zes
en
twintig
huizen
en
twee
kerken
verbrand;
eene
collecte
van
ƒ
3000.
—
werd
in
December
daaraanvolgende
toegestaan
4
).
Voor
Heerjansdam,
den
16
den
en
17
den
Mei
1789
inde
asch
gelegd,
mocht
in
November
/
2500.
worden
bijeengebracht
5
).
Voor
Westrnaas,
„wegens
de
brand,
aldaar
voorgevallen
tussen
den
29
sten
en
30
sten
Maart
1792”,
kon
ƒ3OOO.
—
worden
gevraagd
6
).
In
het
volgende
jaar
werd
aan
Broek
op
Langendijk,
dat
den
10
den
April
7
),
en
aan
Asperen,
dat
den
25
sten
Juli
1793
door
brand
was
bezocht,
ƒ
3000.
en
ƒ
1500.
toegestaan
9
).
Daartusschen
vindt
men
eene
collecte
voor
den
bouw
eener
nieuwe
kerkte
Eenigenberg
thans
spreekt
men
van
Eenigenburg,
een
dorpje
in
Noord-Holland,
ten
zuiden
van
Schagen.
Ds.
J.
J.
Juneman,.
predikant
aldaar,
kreeg
28
Aug.
1788,
met
den
ouderling
Claas
de
Waard,
vergunning
ƒ
1000.—
in
te
zamelen
B
).
Twee
jaren
daarna,
15
Oct.
1790,
werd
aan
den
Lutherschen
predikant
te
de
Rijp,
Gr.
H.
Lagers
later
heeft
hij
de
Amsterdamsche
Gemeente
gediend
toegestaan,
ten
behoeve
van
reparatiën
aan
zijn
kerkgebouw,
bij
de
Lutherschen
rond
te
gaan
ln
).
En
in
December
1793
werd
aan
„den
Pastor
en
Kerkmeesteren
0
13
de
Groot
Mem.,
159
v°.
■)
Ibid.,
164.
»)
Ibid.,
172
v».
*)
Ibid,,
185.
5
)
Ibid.,
185.
6
)
Ibid.,
185.
7
J
Ibid.,
185.
Ibid.,
185.
9
)
Ibid.,
181
v».
10
)
Ibid.,
191.
147