Tekstweergave van GA-1907_JB005_00158
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Echter
moet
hier
van
ééne
algemeene
collecte
melding
gemaakt
worden,
die
tusschen
1763
en
1772
is
gehouden,
waarvan
ik
inde
stedelijke
registers
geen
spoor
heb
kunnen
vinden,
en
die
toch
plaats
heeft
gehad
met
vergunning
van
Burgemeesteren.
Den
25
sten
Juni
1766
was
Hilversum
o
O
o
door
brand
verwoest’).
Gelijk
elders
is
toen
ook
te
Amsterdam
voor
de
door
de
ramp
getroffenen
eene
inzameling
langs
de
huizen
gehouden,
en
wei
op
den
3
den
September,
door
de
Wijkmeesters.
Op
enkele
stuivers
na
werd
een
bedrag
van
niet
minder
dan
ƒ
54000.
—
gecollecteerd
2
j.
Na
de
collecte
voor
Heukelom
in
1772,
is
het
eerstvolgend
consent
geschonken
aan
den
Kerkeraad
der
Evangelisch
Luthersche
Gemeente
te
Leeuwarden,
den
ll
den
Mei
1774,
ten
behoeve
van
herstellingen
aan
zijn
kerkgebouw.
De
inzameling
mocht
alleen
gehouden
worden
aan
de
huizen
der
Lutherschen.
Een
maximum
werd
niet
genoemd.
Te
Leeuwarden
zelf
had
men
ƒ
2000.
—
bijeengebracht
3
).
Niet
vóór
1782
wordt
opnieuw
eene
collecte
vermeld.
Alweder
was
brand
de
aanleiding.
Den
29
sten
Aprilwas
het
dorp
Midsland,
op
Terschelling,
inde
asch
gelegd:
vijf
maanden
later
werd
aan
Keltje
Dibksz.
en
CoBNELis
Daniëls
Bos,
Regenten
van
Oost-Terschelling,
toegestaan
een
bedrag
van
hoogstens
ƒ
1000.—
bijeen
te
brengen.
Wekelijks,
des
Yrijdagsmorgens,
moesten
zij
het
gecollecteerde
ter
Thesaurie
in
be
-
waring
geven,
in
handen
van
den
commies
J.
F.
Bentinck
4
).
Een
drietal
volgende
consenten
wijst
er
op,
hoe
ook
den
Roomschen
langzamerhand
meer
vrijheid
ten
deel
viel.
In
Januari
1784
werd
eene
collecte
toegestaan,
ten
behoeve
van
den
bouw
een
er
R.
K.
Kerkte
Schoonhoven,
„tot
een
somma
van
twee
duizend
guldens”;
ook
in
dit
geval
moest
Bentinck
de
gecollecteerde
penningen
bewaren
6
).
Anderhalf
jaar
later,
29
Juli
1785,
kreeg
een
afgezondene
van
den
,R.
C.
Pastor
en
Kerkenraad”
in
„de
Pekel”
verlof
ƒ6OO.
—
voor
kerkbouw
in
te
zamelen,
„onder
directie
en
toezigt
van
den
Aartspriester
A.
G.
Mylink”
6
).
Evenzeer
onder
diens
directie
mocht
in
November
van
hetzelfde
jaar
f
1000.—
gecollecteerd
worden,
voor
den
verderen
opbouw
der
Roomsche
Kerk
„inden
lande
van
Huysduynen
en
de
Helder”').
Natuurlijk
moesten
deze
collecten
plaats
hebben
aan
de
huizen
van
geloofsgenooten.
Voor
zijn
persoonlijk
belang
kreeg
den
3
den
Januari
1786
Nathan
0
Ned.
Mercurins,
1766,
11.
44.
2
)
Ibid.,
11.
103
v.y.,
waar
ook
de
door
de
Huiszittenmeesters
vastgestelde
instructie
voor
deze
collecte,
die
dooreen
der
stada-secretarissen
is
geteekend,
wordt
medegedeeld.
3
)
12
d0
Groot
Mem.,
201
v
*)
13
de
Groot
Mem.,
123.
5
)
Ibid.,
135.
6
)
Ibid.,
156.
T)
Ibid.,
159.
146