Tekstweergave van GA-1906_JB004_00014
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
geschiedenis
der
stad
uit
het
Handelsblad,
door
den
heer
De
Jong
en
dit
jaar
ook
door
Dr.
Beeen
voortgezet,
biedt
nu
reeds
over
bijkans
een
lustrum,
een
bron
in
onze
jaarboeken,
die
voor
tal
van
feiten
den
weg
wijst
tot
nader
onderzoek
en
geschiedbeschrijving.
Eveneens
is
voor
de
geschiedenis
der
vakvereenigingen
door
het
werk
van
Mr.
Konijnenburg,
dit
jaar
met
medewerking
van
Mr.
Kroon
verricht,
reeds
overeen
zelfde
tijdperk
in
ons
Jaarboek
een
overzicht
verkregen,
dat
voor
iederen
bewerker
van
dit
onderwerp
een
onmisbare
wegwijzer
zal
blijken.
De
aanteekeningen
over
andere
speciale
rubrieken,
zooals
over
het
lager
onderwijs
in
deze
stad,
stellen
wij
ons
voor
over
grootere
tijdperken
te
vervolgen.
Ten
opzichte
van
den
Legger
over
de
vereenigingen
en
genootschappen,
werden
door
den
Secretaris,
die
dezen
Legger
aanhoudt,
enkele
aanteekeningen
op
het
in
het
2
e
Jaarboek
gepubliceerde,
toegevoegd.
Nog
steeds
bleef
het
werk
aan
Legger
I,
nl.
die
betreffende
tijdsgeschriften,
monographiën
en
artikelen
in
tijdschriften
en
verzamelwerken,
zonder
uit
-
komsten.
De
pas
verschenen
herziene
en
tot
1900
bijgewerkte
uitgave
van
Fruin’s
repertorium,
biedt
echter
nu,
althans
tot
genoemd
jaar
en
voor
zoover
de
tijdschrijften
betreft,
gelegenheid
tot
het
bijeenbrengen
van
alles
wat
Amsterdam
aangaat.
Een
belangrijk
besluit
nam
ons
bestuur
ten
aanzien
van
Legger
YII,
die
de
aanteekening
beoogt
van
alles
wat
in
prent
verschijnt,
de
stad
en
haar
geschiedenis
betreffende.
Wij
hadden
gehoopt
dat,
na
het
overlijden
van
het
Amsterdamsche
Jaarboekje,
de
heer
Moes
in
ons
Jaarboek
de
lijst
van
historieprenten
zou
voortzetten,
tot
het
jaar
1903
in
dit
jaarboekje
door
hem
gegeven.
Doch
de
heer
Moes
heeft
zich
wegens
gebrek
aan
tijd
moeten
excuseeren.
Wij
hebben
daarom,
in
overleg
met
den
gemeente-archivaris,
iemand
tegen
vergoeding
aange
-
steld,
die
alles
wat
Amsterdam
in
prent
betreft,
voor
den
atlas
der
stad,
zoo
veel
hij
machtig
kan
worden,
tracht
te
verkrijgen
en
op
het
stedelijk
archief,
waar
overigens
meerdere
periodieke
illustraties
voor
ons
doel
beschikbaar
zijn,
afzonderlijk
deponeert.
Hierdoor
kan
overeen
jaar
het
materiaal
worden
overzien
en
is
de
gelegenheid
geboden
tot
het
samen
-
stellen
van
de
verlangde
lijst.
Wij
kunnen,
evenals
ten
vorige
jare,
ons
verslag
niet
eindigen
zonder
u
opnieuw
te
verzekeren,
dat
wij
op
den
hoogsten
prijs
blijven
stellen,
alles
wat
tot
uitbreiding
van
onze
bemoeiingen
en
werkzaamheden
kan
leiden,
maar
vooral
dat
wij
ook
daarom
een
ieder
hartelijk
Welkom
heeten,
die
onze
nog
steeds
geringe
werkkrachten
wil
versterken
tot
bevordering
van
wat
Amtelodamum
beoogt.
Ik
heb
gezegd.
4