Tekstweergave van GA-1904_JB003_00133

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
gingen bijeen te houden en hen te vereenigen tot den , Algemeenen Nederlandschen Diamanbewerkersbond”, die onder den meest bekenden naam van A. N. D. B. inde economisch-sociale geschiedenis van het Amsterdam der laatste tien jaren zulk een belangrijke rol heeft gehad en die tot voor enkele maanden telkens en telkens weder tegen de juweliers en fabriekseigenaren zwaren strijd heeft te voeren gehad. Die strijd wij zeiden het reeds inden aanvang dezer beschouwing vond zijn aanleidende oorzaak in verschillende redenen. Na de oprichting van den Bond in December 1894, kwam er achtereenvolgens de z.n. chipsstaking (15 Maart—l Mei 1895) die haar oorzaak vond ineen poging vaneen aantal per contract verbonden juweliers, om de tarieven van November 1894 te ontduiken; de Bondsfabriekstaking (1 October -15 Nov. 1895) ontstaan door den eisch der werklieden tot invoering van den 10 uren-dag en tot het maken eener bepaling dat alleen geor - ganiseerde diamantbewerkers tot de fabrieken zouden worden toegelaten; de roosjesslijpersstaking (1 Februari—ls April 1896) wegens de lage loonen der betrokken werklieden, die 22 1/2 pCt. tariefverhooging eischten; de uitsluiting- Visschee (15 Februari—7 April 1897) toen de Bond optrad tegen den juwelier M. Visschee die onder het tarief liet werken en die door de , Amsterdamsche Juweliersvereeniging” daartoe bij contract ver - bonden den weerstand van den heer Visschee door uitsluiting steunde; de boorttabelstaking (2 Augustus—7 September 1900) die haar oorzaak vond in het stijgen der boortprijzen, waardoor loonsverhooging noodig was; de uitsluiting (1 Januari —1 April 1902) omdat de A. J. V. eischte dat de Bond zou intrekken zijn besluit niet samen te werken met onge - organiseerden en ten slotte de meest belangrijke uitsluiting door de juweliers op 15 Februari 1904 geproclameerd, toen de Bond niet wilde ingaan op den door de A. J. V. gestelden eisch dat voortaan leerlingen in het vak zouden worden toegelaten, te beginnen een aantal van 750. Al de strijd, die gestreden was vóór 17 Februari van dit jaar, toen de uitsluiting inging, kan veilig genoemd worden het gevolg van het gemis aan een goede leerlingregeling in het diamantbewerkersbedrijf. De diamantbewerkers van 1748 zagen juist, toen zij door het oprichten van een gilde paal en perk wilden stellen aan den toevoer van werklieden in hun vak. Terecht wilde het stedelijk bestuur dier dagen hen niet helpen tot het oprichten van zulk een gilde, omdat het verzoek daartoe hoofd - zakelijk gemotiveerd werd op godsdienstige overwegingen, maar het grond - denkbeeld dat in dit vak geen onbeperkte toevoer van leerlingen kon worden toegelaten, was zoo juist mogelijk. Immers, het diamantvak neemt ontegenzeggelijk inde rij der industrieele ondernemingen een hoogst eigen - aardige plaats in. Het ter bewerking aangeboden artikel is uitsluitend 121