Tekstweergave van GA-1904_JB003_00126
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
de
tot
werkloosheid
gedoemde
vakgenooten
vroeg
van
niet
minder
dan
ƒ
386.594
en
die
aan
den
anderen
kant
den
werkgevers
schatten
moet
gekost
hebben,
ook
al
zijnde
geleden
verliezen
bezwaarlijk
onder
cijfers
weer
te
geven
die
laatste
groote
worsteling
ligt
nog
ieder
versch
in
het
geheugen.
Het
ging
om
het
leerlingstelsel,
over
de
vraag
of
leerlingen
in
het
vak
mochten
en
moesten
komen
en
zoo
ja,
hoe
groot
dat
aantal
zou
kunnen
zijn,
onder
welke
voorwaarden
zij
zouden
kunnen
worden
toegelaten.
Die
strijdwas
te
merkwaardiger
omdat
de
uitslag
er
van
voor
jaren
en
jaren
beslissend
zou
kunnen
zijn
voor
den
rustigen
voortgang
in
de
belangrijke
diamantnijverheid;
te
merkwaardiger
omdat
hier
de
strijd
werd
gestreden
om
het
hoofdbeginsel.
Immers,
hoe
belangrijk
de
vroegere
geschilpunten
ook
geweest
waren,
in
werkelijkheid
waren
zij
een
gevolg
van
het
feit
dat
omtrent
het
leerlingwezen
in
het
diamantvak
te
voren
feitelijk
nooit
een
goede,
een
principieele
beslissing
was
ge
-
nomen.
Wie
sedert
de
oprichting
van
den
machtigen,
den
op
zoo
uit
-
nemende
wijze
ingerichten
en
bestuurden
Bond
der
diamantbewerkers,,
in
1894
en
de
spoedig
daarna
opgerichte
„Amsterdamsche
Juweliersver
-
eeniging,”
met
aandacht
volgde
hetgeen
tusschen
beide
partijen
werd.
onderhandeld,
werd
gewonnen
hier,
verloren
daar
en
omgekeerd,
moest
telkens
weder
hebben
ingezien
dat
een
nieuwe
botsing
binnen
korter
of
langer
tijd
zou
moeten
volgen
en
dat
die
botsingen
zich
zouden
herhalen
zoolang
op
het
hoofdpunt,
op
het
punt
van
het
leerlingwezen,
geen
voldoende
overeenstemming
zou
zijn
verkregen.
Die
worsteling
om
dat
hoofdbeginsel
heeft
in
1904
plaats
gehad
tusschen
den
15
en
Februari
en
den
17
en
Juni;
zij
was
ernstig;
zij
was
voor
beide
partijen
in
menig
opzicht
noodlottig;
zij
bracht
hevige
verliezen
ook
buiten
het
kamp
der
strijders
bij
hen,
die
economisch
van
den
bloei
der
nijverheid
en
de
welvaart
dergenen,
die
er
bij
betrokken
zijn,
afhankelijk
waren;
zij
bezorgde
-
erstige
verliezen
aan
honderden
burgers
en
was
der
stad
ten
nadeele
r
doch
zij
zuiverde
de
lucht,
gelijk
een
hevig
onweder
het
doet
na
dagen
van
groote
spanning
inde
atmosfeer
zij
kon
niet
uitblijven
en
zal
nu
zij
heeft
plaats
gehad,
blijken,
der
industrie
feitelijk
ten
zegen,
niet
ten
nadeele,
te
zijn
geweest.
Ik
achtte
het
daarom
niet
van
belang
ontbloot,
omtrent
het
leerling
-
wezen
inde
diamantnijverheid
te
Amsterdam
een
en
ander
ouder
de
aandacht
der
lezers
van
dit
jaarboek
te
brengen.
Natuurlijk
kan
ik
daarbij
slechts
de
hoofdzaken
en
dan
nog
wel
in
grove
trekken
aan
-
roeren,
want
een
uitvoerige
uiteenzetting
zou
veel
meer
ruimte
vorderen
dan
waarover
ik
hier
beschikken
mag.
Ik
wensch
te
doen
uitkomen
dat
de
quaestie
omtrent
de
leerlingen
in
114