Tekstweergave van NL-ZtGAZ_Wb_18750424_003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
EE
OR
LSO
e
Men
leest
in
het
D.
v.
Z.
H.
van
wèl
onderrichte
zijde:
»Met
genoegen
zag
ik
eindelijk
eens
door
bet
Dagbl.
een
dollehonds-bericht
ontleed.
De
vorige
zijn
grootendeels
geweest
reclames,
om
de
muilband-wet
in
het
daglicht
der
noodzakelijkheid
te
plaatsen.
Zoo
is
mij
‘
b,v.
gebleken,
dat
nooit
vijf
dolle
honden
!)
op
één
dag
in
de
veeartsenijschool
zijn
gebracht.
Wèl
één
vermoe-
delijk
dolle
bond
en
drie,
die
gebeten
waren
door
on-
bekende
honden,
welke
alleen
vergeten
hadden
een
certificaat
van
dolheid
aan
den
rijks-veearts
te
vragen
en
bij
hun
beet
af
te
geven.
—
»Meer
nog,
De
twee
koeien
te
Zuilen,
die
naar
’t
zeggen
van
denzelfden
rijksveearts
aan
hondsdolheid
zijn
gestorven,
zijn
ongeopend
in
den
grond
gestopt
doch
vooraf
waren
zij
geschouwd
door
een
mij
bekenden
Veearts,
die
bereid
is
te
verklaren
dat
zij,
naar
de
uiterlijke
kenteekenen
te
oordeelen,
aan
miltvuur
ziijn
gestorven.
(Onder
de
verschijnselen
van
miltvuur
behoort
het
woest
staan
der
oogen).
Maar
de
eigenaar
der
koeien
had
een
hond
gehad,
die
kort
te
voren
van
ouderdom
in
den
stal
en
in
het
hooi
der
koeien
was
gestorven,
en
toen
nu
deze
laatsten
ziek
en
zeer
onrustig
werden,
kwam
de
knecht
op
de
snuggere
gedachte,
dat
de
hond
wel
dol
kon
geweest
zijn
en
dat,
als
hij
dol
was,
hij
de
‚koeien
ook
wel
kon
gebeten
hebben.
Van
deze
snuggerheid
is
partij
getrokken
.
om
alweder
een
reclame
te
plaatsen
ten
behoeve
van
den
muilband.”
Verleden
week
is
te
Brussel
de
notarieele
acte
on-
derteekend,
waarbij
onze
koning
eigenaar
wordt
van
het
hotel
»Conteaux”’
aldaar,
in
welk
gebouw
voor
rekening
van
Z.
M.
een
conservatoire
wordt
opgericht
voor
de
jonge
dames
die,
als
ziijn
pensionaires,
hare
muzikale
opleiding
in
België
genieten.
B
het
over-
leggen
der
acte
vertegenwoordigde
graaf
Dumonceau
den
koning.
f
Aangezien
in
Engeland
het
mond-
en
klauwzeer
heerscht,
heeft
de
Minister
van
Binnenlandsche
Zaken
‘van
Denemarken
bevolen
dat
al
het
ve9
uit
Groot-
Brittannië
aangevoerd,
gedurende
drie
weken
zal
afge-
zonderd
worden,
ten
koste
van
de
eigenaars,
voordat
het
vrij
zal
kunnen
worden
ingevoerd,
e
Donderdag,
15
April,
is
de
luchtballon
„Zenith”
te
Parijs
opgestegen,
en
na
drie
uren
in
het
departe
-
went
Îidre
weer
op
de
aarde
terecht
gekomen.
Toen
de
ballon
eene
hoogte
van
acht
duizend
meter
bereikt
hai,
verloren
de
luchtreizigers,
Tissandier,
Sivel
en
Croce
Spinelli
het
bewustzijn.
Zij
hebben
waarschijnlijk
de
macht
niet
gehad
om
de
buis
van
het
met
zuurstof
gevuld
reservoir
aan
den
tmond
te
brengen,
om
op
die
wijze'te
voorzien
in
de
ademhaling,
waartoe
de
zeer
ijle
lucht-ín
die
hooge
sfeeren
niet
voldoende
is.
Na
eenige
oogenblikken
kwam
echter
Tissandier
weer
bij,
opende
de
klep,
waarop
de
ballon
spoedig
begon
te
dalen
en
allen
herleefden.
Onbezonnen
wierp
nu
Spinelli
een
in-
strument
van
ongeveer
40
kilo
over
boord,
terwijl
hij
en
Tissandier
nog
een
zak
hadden
uitgeworpen
;
de
ballon
rees
nu
andermaal
zeer
snel;
en
de
drie
reizigers
ver-
loren
hun
bewustzijn
op
nieuw.
Toen-
de
reiziger
Ties-
sander:
op
nieuw
bjkwam,
zag
hij
Stvel
en
Spinnelli
dood
liggen,
met
zwart
gelaat,
glazige
oogen,
de
mond
wijd
open
en
met
bloed
beloopen.
De
handen
waren
reeds
ijskoud.
Dat
verschrikkelijk
schouwspel
gaf
hem
‘zijn
volle
geestkracht
terug.
Hij
sprong
op
en
zijn
ont-
roering
met
geweld
onderdrukkende,
deed
hij
al
het
‘mogelijke
om
den
ballon
te
laten
dalen.
Door
de
wind
„met
felheid
heen
en
weer
geslingerd,
daalde
de
bal!on
met
duizelingwekkende
snelheid.
Op
50
meters
van
de
aarde
liet
Tissandier
het
anker
vallen,
maar
het
vatte
niet
n
den
steenachtigen
bodem
en
de
ballon
met
toe-
behooren
werd
nog
ongeveer
300
meters
over
het
veld
voortgesleept.
Hij
kwam
ten
slotte
zwaar
gekneusd
op
de
aarde
terug,
om
een
verhaal
te
doen
van
hetgene
hij
en
zijne
beide
zoo
ongelukkig
omgekomen
vrienden
ondervonden
hadden
op
deze
luchtreis,
die
zij
met
een
wetenschappelijk
doel
hadden
ondernomen.
De
betreurde
dooden
zullen
te
Parijs,
nadat
men
ter
vervaardiging
van
hun
bustes
de
moule
van
hun
gelaat
zal
hebben
genomen,
op
kosten
der
academie
van
wetenschappen
begraven
worden.
Voor
de
nagelaten
betrekkingen
van
de
slachtoffers
is
reeds
een
inschrijving
geopend.
In
de
laatste
aflevering
van
het
Album
der
Natuur
leest
men
het
volgend
merkwaardig
geval,
medege-
deeld
door
den
beer
J.
Th.
Cattie.
»’t
Behoort
zekèr
tot
de
zeldzaamheden
als
een
dief
en
roover
vangt
en
de
eerste
den
lzatste
aan
de
be-
voegde
autoriteit
aflevert.
Een
dusdanig
geval,
dat
mij
ter
kennis
is
gekomen,
wensch
ik
aan
de
lezers
van
het
Album
der
Natuur
mee
te
deelen.
Op
het
erf
van
mevr.
de
douairière
baronesse
van
Kretschmar
te
Ellekom
leeft
een
raaf,
die
ongeveer
een
jaar
oud
is,
vreedzaam
en
rustig
onder
de
kippen,
mis-
schien
nu
en
dan
den
haan
een
handje
helpende
om
de
orde
te
bewaren.
De
zoon
van
genoemd
dame,
leerling
der
V.
kl.
der
Hoogere
Burgerschool
te
Arnhem,
had
vroeger
dien
raaf
in
een
kooi
gehouden
;
daar
i
echter
wat
lastig
werd,
had
bij
hem
de
vrijheid
weergegeven.
.De
raaf
verkoos
echter
niet
van
die
vrijheid
te
proÂ-
teeren,
althans
hij
trachtte
vriendschap
te
sluiten
met
de
kippen
van
het
erf,
en
sedert
hem
dit
gelukt
is,
wandelt
hij
onder
de
kippen
rond,
alsof
hij
ook
eene
hen
was,
Den
_7
Febr.
jl.
zou
hij
blijken
geven,
dat
die
wriendschap
gemeend
was.
Op
dien
dag
dan
(ongeveer
“tegen
12
uur)
kwam
een
hongerige
buizerd
(Buteuvulgaris)
uit
een
naburig
bosch
op
het
erf
gevlogen.
De
vorst,
de
schrale
noord-oostenwind
en
de
geleden
houger
hadden
‚hem
zeker
verlokt,
om
tegen
zijne
gewoonte
in,
een
‘aanval
te
wagen
op
het
pluimgedierde.
Laag
langs
“den
-grond
vliegend,
had
hij
zich
waarschijnlijk
reeds
conder
de
aanwezige
kuikens
een
prooi
uitgezocht,
toen
de
raaf,
hem
bemerkte,
toevloog
en
het
voor
de
hennen
‘en
kuikens
opnam.
In
den
beginne
scheen
de
raaf
niet
tegen
den
krachtigen
greep
van
den
buizerd
bestand
te
zijn,
want
hij
kreeg
geducht
klop.
Een
oogenblik
e
T
S
later
keerde
de
kans
echter
en
geraakte
de
buizerd,
onder
den
voet
en
takelde
de
raaf
met
krachtige
sna-
velslagen
den
buizerd
zoodanig
toe,
dat
hij
onder
den
rechtervleugel
een
diepe
wonde
had.
Door
het
gekakel
van
de
hennen
en
hare
onrust
gedurende
dien
strijd,
was
de
aandacht
in
de
boederij
opgewekt
en
kwam
de
tuinman
onmiddelijk
toeschieten,
die
de
overwinning
van
den
raaf
hielp
voltooien,
zijn
klomp
op
den
kop
van
den
buizerd
zette
en
hem
vervolgens
worgde.
Voor
de
waarheid
van
het
bovenstaande
sta
ik
natuurlijk
in.
De
heer
van
Kretschmar,
die
de
goedheid
had
mij
eenige
dagen
daarna
het
exemplaar
voor
de
Hoogere
Burger-
scholen
af
te
staan,
heeft
de
toedracht
der
zaak
mede-
gedeeld.
De
buizerd
was
een
volwassen
mannetje,
zeer
licht
van
kleur
en
vertoonde
nog
onder
zijn
vleugel
de
sporen
van
den
strijd.”
i
Allerlei.
Verleden
week
kwam
te
Utrecht
een
detachement
kolonialen
door,
afkomstig
van
Indie,
Onder
deze
bevonden
zich
militairen,
die
gepasporteerd
waren
ten
gevolge
van
wonden,
in
Atsjin
be-
komen,
Het
publiek
werd
echter
ook
al
weer
bij
den
neus
ge-
nomen
door
eene
speculatie
op
zijn
medelijden
met
die
ongeluk-
kigen,
die
zeker
aller
belangstelling
waardig
zijn.
Voor
eenige
dagen
kwam
iemand
aldaar
langs
de
huizen
der
ingezetenen
met
eenige
negotie,
ofschoon
hij
meer
bedelde
dan
verkocht.
Hij
wekte
het
mededoogen
op
door
een
verhaal
yan
’t
verlies
van
zijn
rech-
terbeen
in
Atsjin.
Bij
onderzoek
bleek
het,
dat
de
man
nooit
Atsjin
gezien
had.
—
Te
Krimpen
a/d
IJsel
is,
bij
afwezigheid
der
moeder,
een
kind
van
ruim
twee
jaren
in
brand
geraakt
en
zoo
deerlijk
gewond,
dat
het
twee
Uren
daarna
is
overleden,
—
Te
Maassluis
ís
een
matroos
van
een
Portugeesch
schip,
na
’t
gebruik
van
veel
sterken
drank
aan
boord
teruzgekeerd,
aldaar
plotseling
dood
gebleven,
—
Te
Spannum
(Friesland)
is
een
‘kind
van
zekeren
F.
R,
onder
een
wagen
geraakt
en
kort
daarna
aa
de
gevolgen
overleden.
Het
treurigste
van
de
zaak
is,
dat
het
kind
(een
meisje)
als
’t
ware
moelwillig
den
dood
heefg
gevonden,
daar
het
telkeus
voor
het
paard
en
de
wagen
liep,
die
door
het
dorp
reed.
—
Uit
Parijs
meldt
men
de
volgende
Wware
gebeurtenis,
waarvan
een
slaperige
maar
eerlijke
koetsier
de
held
is,
Een
reiziger
stapteaan
een
der
spoorwegstations
in
een
fÎÌacre,
om
zich
naar
een
hotel
te
laten
rijden,
waar
hij
kamers
besteld
had.
Onder
weg
bemerkte
hij
evenwel,
dat
de
koetsier
in
_Slalìp
was
geiommeld‚
flu
maakte
hem
wakker,
maar
dat
hielp
slechts
voor
eeuige
vogenblikken,
want
spoedig
begon
de
man
weer
te
Knikkebollen.
De
reiziger,
aie
op
deze
manier
kans
had
tot
in
’t
oneindige
te
rijden,
stapte
uit
den
wagen
en
zette
zijn
tocht
te
voet
voort,
Het
paard
vervolgde
zijn
sukkeldrafje,
Twee
uur
later
werd
de
koetsier
wakker
op
een
bou-
levard
aan
’%
andere
einde
van
Parijs,
Hij
berinnerde
zich
zijn
reiziger,
opende
het
porier,
maar
in
plaats
van
den
man
vond
hij
een
portefeuille
met
geldswaarle,
die
op
de
bank
was
achtergelaten.
De
brave
koetsier
liep
bij
’taanbreken
van
den
dag
dadelijk
naar
een
politie-bureau,
waar
reeds
aanvrage
was
gedaan
door
den
reiziger,
die
deze
daad
van
eerlijkheid
‘ruimschoots
belounde,
—
Een
koop:an
te
New--York
vroeg
in
de
krant
een
levendigen,
wakkeren
knaap,
Des
avonds
wordt
er
aan
zijze
woning
gescheld
en
een
knaapje
van
elf
dagen
in
een
mand
bij
hem
bezorgd,
Dit
kind
was
warm
aangekleed,
op
een
papier
dat
bij
hem
lagstond:
levendig,
wakker
en
nog
onverdorven;
hij
pruimt
zelfs
nog
geen
tabak.
KERK-
EN
SCHOOLNIEUWS.
Ned.
Hervormde
Kerk.
BEROEPEN
te:
Spankeren,
Ds.
A.
C.
J.
van
der
Kemp
te
Noordwijkerhout,
Veip,
A.
J.
Kan
te
Joure
€.
8.
(aang,)
Ravenswaaij,
Ds.
A.
P.
A.
du
Cloux
em.
Veenendaal,
Ds
J.
Noordink
te
Oene.
’t
Woud,
Ds.
B.
van
Schelven
te
Oost
&
West
Souburg.
Nieuwvliet,
Ds.
W,
J
Breukink
te
Acquoy.
ldsegahuizen,
Ds.
H.
Koops
te
Wons.
AANGENOMEN
maar:
Lopikerkapel,
Ds,
W.
Willems
te
Daarle.
Ginaeken,
Ds.
D,
D.
Wieland
te
Zwartsluis.
BEDANKT
voor:
Cats,
Ds.
J.
G.
P.
Muller
te
Dinxperlo,
Westervoort,
Ds.
A.
D.
J.
Scholte
te
’s
Gravesande,
Pouderoijen,
&
Loevestein,
Ds.
B.
M.
Post
vau
Griethuijsen
te
Streefkerk.
Bloemendaal,
Ds,
E.
E.
Gewin
te
Abcoude,
l
Zegveld,
Ds.
H.
W.
Eigeman
te
Wezep.
Garijp,
Ds.
J.
de
Jong
te
Surhuizem.
>
pred.
van
Spijk.
Te
Utrecht
is
door
den
kerkeraad
der
hervormde
gemeente
uit
het
vroeger
vermelde
drietal
tot
pred.
beroepen
de
heer
A.
H.
Duval
Slothouwer
predikant
te
Zutfen.
s
Ten
behoeve
van
de
armen
der
herv.
gemeente
te
Amersfoort
is
door
mevr,
de
wed.
Mr.
S.
van
Walchren
geb.
J.
A.
Pigeaud,
onlangs
aldaar
overleden,
een
legaat
van
f
2000
vermaakt.
y
De
heeren
Josua
van
Eik,
jhr.
mr.
J.
W.
van
Loon
en
O.
G.
Heldring
hebben
het
plan
opgevat
om
te
Amsterdam
een
hervormde
diaconieschool
te
stichten,
die
ter
nmagedachtenis
van
den
dichter
»da
Costa’s
school’’
zal
genoemd
worden.
Op
onze
Veluwe.
Overgenomen
uit
de
Zaaier,
_
Kent
ge
onze
Veluwe,
waarde
lezer?
Iets
er
van
mis-
schien?
Dan
gaat
heèt
uals
den
schrijver,
die
niet
zoo
verwaand
is
om
te
meenen,
dat
hij
’t
geheel
kent,
als
hiij
een
deel
zag
en
daarom
>0p
onze
Veluwe!’
en
niet
vonze
Veluwe”
schreef,
als
hijiets
verhalen
wil
van
eene
Jandstreek,
die
hem
lief
en
dierbaar
geworden
is.
Zijn
zag,
wist
hij
hoe
allen
Pruisen
Wwaren
en
éene
schrede
over
Frankrijks
grenzen
bracht
hem
volkomen
op
de
hoogte
van
land
en
volk.
Zulke
groote
geesten
zijn
te
benijden,
maar
roeit
eens
met
de
riemen,
die
ge
niet
hebt!
De
schrijver
moet
zich
met
minder
vergenoegen.
‚Die
te
Amersfoort
-op
den
Centraal
spoorweg
stapt,
weet
wel,
dat
dië
lijn
tot
ZWolle
doorloopt,
en
hem
dwars
door
’t
noordelijk
deel
der
Veluwe
en
de
Zuider-
zee
langs
brengt.
In
de
waggons
van
genoemde
Maat-
schappij,
vooral
in
die
der.
Ie
klasse,
is
’t
niet
moeielijk
reeds
eenige
êrvaringen
op
te
doen,
die
een
man
als
mijn
neef
in
eens
geheel
op
de
hoogte
brengen
en
een
schilderij
doen
ophangen,
die
weinig
aantrekkelijks
heeft.
'
t
Overkwam
hem
eens,
hij
was
nog
Student
in
de
1Theòlogìe‚
dat
hij
te
Assen
moest
wezen-en
op
zijn
reis
neef
Studiosus
was
een
ander
man.
Als
die
éen
Pruis:
gebruik
maakte
van
den
»Centraal.”
Hij
had
zijn
zon-
derlingheden
en
verkoos
Ille
klas,
Of
’t
de
schuld
was
zijn
beurs
of
van
wat
anúders,
weet
ik
niet,
maar
wel,
dat
hij
na
’t
gebruik
van
een
glas
»Beiersch”,
hij
dronk
nooit
meer
dan
éen
glas,
zich
in
een
gemakkelijk
hoekje
uitzocht
en
gewapend
met
een
No,
van
de
Kreuzzeitung
zich
voorbereidde
op
den
vervelenden
tocht.
Ge
kent,
niet
waar?
‘die
waggons
Ille
klasse?
Een
bank
aan
elke
smalste
zijde
en
vier
banken
in
de
lengte,
berekend
voor
34
personen,
dus
G
op
elke
lange
en
5
op
elke
korte
bank?
Zoo
cijferde,
neef
’t
ten
minste
in
een
oogenblik
uit,
ofschoon
hij
te
vergeefs
naar
33
me-
dereizigers
zocht.
Want
in
zijn
tijd
waren
de
wagens
zelden
vol.
Of
’t
nu
beter
is,
weet
ik
ook
niet,
maar
als
»men’”
gelijk
heeft,
gaat
het
sedert
de
aansluiting
in
Zwol
wat
beter
met
den
»Centraal”.
Dat
tot
daaraantoe.
Neef
zag
zijn
gezelschap
rond.
Naast
hem
een
boerenjongen,
tegenover
hem
een
schip-
per,
wien
de
praatlust
uit
de
oogen
keek.
Op
een
der
zijbanken
een
heer
in
manteljas,
een
burgerman
met
een
klein
meisje,
een
boerenvrouw
met
een
hengelmand,
alles
en
alles
zeven
man.
Neef
sloeg
een
vluchtigen
blik
op
den
manteljas,
die
’t
druk
had
met
zijn
buurman,
maar
verwaardigde
overigens
’t
gezelschap
niet
met
zijne
conversatie,
keek,
toen
de
trein
in
beweging
kwam,
in
zijn
Zeitung,
look
ongemerkt
de
oogen
en
dommelde
eer
’t
volgend
station
bereikt
was,
in
een
zoeten
slaap,
Zoo
maakte
neef
ontdekkingen.
Ia
zijn
slaap
verwerkt.
bij
de
indrukken,
die
hij
wakende
ontving.
Dit
was
zoo
zijn
methode.
Ze
stond
hem
immers
toch
vrij,
niet
waar?
Maar
terwijl
neef
zoo
rustig
voortsluimerde
werd
’t
gezelschap
bij
een
halt
met
twee
passagiers
verminderd
en
met
éan
vermeerderd.
De
jongen
en
de
vrouw
stap-
ten
uit
en
als
om
dat
verlies
te
vergoeden,
nam
een
vreemdeling,
die
men
in
elke
groote
stad
van
ons
land
voor
een
»zonderling
figuur’’
zou
uit
maken,
naast
den
schipper
plaats.
De
man
was
gekartbroekt
en
gesteekt,
een
verschijning
waarvoor,
zooals
neef
Jater
zei,
ieder
Veluwnaar
dadelijk
de
hand
naar
de
klep
van
de
pet
steekt.
Maar
terwijl
neef
sliep,
was
‘hij
zoo
wijs
nog
niet.
De
trein
hotste
voort
en
in
een
oogenblik
hadden
schipper
en
»domeneer”
’t
druk.
Van
de
afgescheiden
gemeente,
weet
u!
Onder
al
’t
gestommel
en
gerommel
der
wagens
door,
klonken
de
woorden
»genade,”
»erfgoed,”’
»doodschuld,”
»bekommerd”
als
verwarde
klanken
heen,
en
ofschoon
’t
zoo
duidelijk
bleek,
dat
men
dadelijk
op
theologisch
gebied
geraakt
was,
deerde
het
mijn
slapen-
den
en
theologischen
neef
niet
aan
zijn
koude
kleeren.
Daar
stopt
de
trein
en
»domeneer’’
stapte
na
een
vriendslijken
groet
uit.
De
reizigers
moesten
wat
geduld
hebben,
dat
zijn
ze
op
den
»Centraal”’
trouwens
gewoon
en
de
schipper
kon
zijn
redevloed
niet
meer
inhoudeu
en
gevoelde
behoefte
aan
verder
gesprek.
Als
of
hij
langs
t
gangboord
van
zijn
vaartaig
mar-
cheerde,
zette
hij
koers
op
den
manteljas
aan.
»Hé,
mijnheer,
dat
was
er
nog
eentje
!”
»Wat
bedoel
je;”
zegt
een
ander.
»Nu,
je
zag
toch
wel,’’
een
veelbetsekenend
gebaa
met
aanwijzing
van
’t
hoofddeksel
voltooide
den
zin.
»Wat
zou
dat?”’
vroeg
een
ander.
»Meen
je
dien
steek
?
Dat
maakt
geen
goede
domine.
Als
’t
onder
den
steek
in
orde
is,
kan
’t
er
misschien
mêe
door,
maar
anders
geef
ik
er
geen
halve
cent
voor.
Dien
kun
je-een
aap
ook
wel
opzetten.”
Ondertusschen
zocht
een
nieuwe
passagier
zijn
plaats.
Half
burger
half
boer;
als
neef
zijn
oogen
opengehad
had,
zou
hij
dadelijk
gezegd
hebben:
»dat
is
eeu
lid
van
een
Veluwschen
kerkeraad’’.
Maar
h
sliep
nog
en
kon
‘t
dus
niet
zeggen.
’t
Gesprek
ging
voort.
De
schipper
meende,
das
het
toch
mooi
was,
als
iemand
zich
niet
schaamde
voor
zijn
ambt
en
vooral
niet,
als
er
in
iets
zooveel
lag,
als
in
dien
driekanten
hoed,
en
de
manteljas
bleef
ook
bij
zijn
idée
en
zei
eindelijk,
dat
bhij
zich
graag
gewonnen
wilde
geven,
wanneer
hem
uit
den
Bijbel
aangetoond
werd,
dat
het
goed
was,
dat
een
predikant
een
franschen
hoed
van
de
mode
van
'’t
jaar
zooveel
op
’t
hoofd
had.
Was
nu
de
schipper
geslagen?
Volstrekt
niet,
nu
kwam
hij
eerst
ïn
zijn
kracht.
Dat
zou
hij
hem
wel
le-
veren.
|
Dan
zal
ik
maar
eens
2an
de
Openbaring
beginnen”
riep
hij
met
vuur,
»je
hebt
toch
wel
gelezen
van
den
Engel
der
Gemeente?
»Je
doet
net
als
de
Joden,’’
zegt
de
ander,
die
be-
ginnen
ook
van
achter
af
aan.
Maar
als
je
’t
dan
weten
wilt,
nu
ja:
van
den
Engel
der
gemeente
heb
ik
wel
gelezen;
maar
ik
weet
ter
wereld
niet,
hoe
je
dat
bij
den
steek
te
pas
wilt
brengen.”
»Dat
is
mijn
zaak.
Maar
ik
wil
wel
vooraan
ook
beginnen,
als
je
dat
liever
wilt.
Daar
heb
je
in
Genesis
…”
(Wordt
vervolgd.)
Straatverlichting
te
Zeist.
Van
25tot
30
April
aanmst.
81/4
blussch,
111/,
uur.
BURGERLIJKE
STAND.
Zeist:
Geboren
18
April.
Frieda,
dochter
van
August
Her-
mann
Baudert
en
Louise
Emilie
Weiss,
—
19
April
Jan,
zoon
van
Willem
Hendrikus
van
de
Geer
en
Willemijntje
Sophia
Cazaat.
—
21
April
Harmen,
zoon
van
Cornelis
Rijnberge
en
Johanna
Bouwman.
Ondertrouwd
22
April,
Anne
Atsma,
30
j.
en
Jaùnigje
van
Laar,
26
j.
Overleden
22
April.
Gerardus
Johannes
Polma,
54
j.
—
22
April
Antonía
van
Dongen,
wed.
van
Johannes
Nesselaar,
81
j.—
24
April
Joanues
Maijer,
77
j.
Driebergen:
Geboren
11
April.
Aaltje,
dochter
van
Jan
Hendrik
van
den
Ham
en
Johanna
Bakkenes
—
13
April
Jan-
nigje,
dochter
van
Johannes
v,
Barneveld
en
Metje
v.
Nieuwenhuizen.
de
Bilt:
Geboren
;7
\April.
'Dixk,
zoon
van
Peter
Kuus
en
Anthonia
Johanna
Hoogland,
Ondertrouwd
11
April
Cornelis
Barreveld,
32
j.
en
Maria
Baas,
37
j.
j
:
Overleden
T
April
Jan
Wijnands
62
j.
Bunnik:
Geboren
16
April.
Cornelis
Hendrikus,
zoon
van
Autonie
Goes
en
Johanma
Kok.
Gehuwd
23
April
Johannes
Groen
31
j.
Dorrestein
19
j.
en
Jadith
Catharina