Tekstweergave van NL-ZtGAZ_Wb_18750424_003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
EE OR LSO e Men leest in het D. v. Z. H. van wèl onderrichte zijde: »Met genoegen zag ik eindelijk eens door bet Dagbl. een dollehonds-bericht ontleed. De vorige zijn grootendeels geweest reclames, om de muilband-wet in het daglicht der noodzakelijkheid te plaatsen. Zoo is mij b,v. gebleken, dat nooit vijf dolle honden !) op één dag in de veeartsenijschool zijn gebracht. Wèl één vermoe- delijk dolle bond en drie, die gebeten waren door on- bekende honden, welke alleen vergeten hadden een certificaat van dolheid aan den rijks-veearts te vragen en bij hun beet af te geven. »Meer nog, De twee koeien te Zuilen, die naar ’t zeggen van denzelfden rijksveearts aan hondsdolheid zijn gestorven, zijn ongeopend in den grond gestopt doch vooraf waren zij geschouwd door een mij bekenden Veearts, die bereid is te verklaren dat zij, naar de uiterlijke kenteekenen te oordeelen, aan miltvuur ziijn gestorven. (Onder de verschijnselen van miltvuur behoort het woest staan der oogen). Maar de eigenaar der koeien had een hond gehad, die kort te voren van ouderdom in den stal en in het hooi der koeien was gestorven, en toen nu deze laatsten ziek en zeer onrustig werden, kwam de knecht op de snuggere gedachte, dat de hond wel dol kon geweest zijn en dat, als hij dol was, hij de ‚koeien ook wel kon gebeten hebben. Van deze snuggerheid is partij getrokken . om alweder een reclame te plaatsen ten behoeve van den muilband.” Verleden week is te Brussel de notarieele acte on- derteekend, waarbij onze koning eigenaar wordt van het hotel »Conteaux”’ aldaar, in welk gebouw voor rekening van Z. M. een conservatoire wordt opgericht voor de jonge dames die, als ziijn pensionaires, hare muzikale opleiding in België genieten. B het over- leggen der acte vertegenwoordigde graaf Dumonceau den koning. f Aangezien in Engeland het mond- en klauwzeer heerscht, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken ‘van Denemarken bevolen dat al het ve9 uit Groot- Brittannië aangevoerd, gedurende drie weken zal afge- zonderd worden, ten koste van de eigenaars, voordat het vrij zal kunnen worden ingevoerd, e Donderdag, 15 April, is de luchtballon „Zenith” te Parijs opgestegen, en na drie uren in het departe - went Îidre weer op de aarde terecht gekomen. Toen de ballon eene hoogte van acht duizend meter bereikt hai, verloren de luchtreizigers, Tissandier, Sivel en Croce Spinelli het bewustzijn. Zij hebben waarschijnlijk de macht niet gehad om de buis van het met zuurstof gevuld reservoir aan den tmond te brengen, om op die wijze'te voorzien in de ademhaling, waartoe de zeer ijle lucht-ín die hooge sfeeren niet voldoende is. Na eenige oogenblikken kwam echter Tissandier weer bij, opende de klep, waarop de ballon spoedig begon te dalen en allen herleefden. Onbezonnen wierp nu Spinelli een in- strument van ongeveer 40 kilo over boord, terwijl hij en Tissandier nog een zak hadden uitgeworpen ; de ballon rees nu andermaal zeer snel; en de drie reizigers ver- loren hun bewustzijn op nieuw. Toen- de reiziger Ties- sander: op nieuw bjkwam, zag hij Stvel en Spinnelli dood liggen, met zwart gelaat, glazige oogen, de mond wijd open en met bloed beloopen. De handen waren reeds ijskoud. Dat verschrikkelijk schouwspel gaf hem ‘zijn volle geestkracht terug. Hij sprong op en zijn ont- roering met geweld onderdrukkende, deed hij al het ‘mogelijke om den ballon te laten dalen. Door de wind „met felheid heen en weer geslingerd, daalde de bal!on met duizelingwekkende snelheid. Op 50 meters van de aarde liet Tissandier het anker vallen, maar het vatte niet n den steenachtigen bodem en de ballon met toe- behooren werd nog ongeveer 300 meters over het veld voortgesleept. Hij kwam ten slotte zwaar gekneusd op de aarde terug, om een verhaal te doen van hetgene hij en zijne beide zoo ongelukkig omgekomen vrienden ondervonden hadden op deze luchtreis, die zij met een wetenschappelijk doel hadden ondernomen. De betreurde dooden zullen te Parijs, nadat men ter vervaardiging van hun bustes de moule van hun gelaat zal hebben genomen, op kosten der academie van wetenschappen begraven worden. Voor de nagelaten betrekkingen van de slachtoffers is reeds een inschrijving geopend. In de laatste aflevering van het Album der Natuur leest men het volgend merkwaardig geval, medege- deeld door den beer J. Th. Cattie. »’t Behoort zekèr tot de zeldzaamheden als een dief en roover vangt en de eerste den lzatste aan de be- voegde autoriteit aflevert. Een dusdanig geval, dat mij ter kennis is gekomen, wensch ik aan de lezers van het Album der Natuur mee te deelen. Op het erf van mevr. de douairière baronesse van Kretschmar te Ellekom leeft een raaf, die ongeveer een jaar oud is, vreedzaam en rustig onder de kippen, mis- schien nu en dan den haan een handje helpende om de orde te bewaren. De zoon van genoemd dame, leerling der V. kl. der Hoogere Burgerschool te Arnhem, had vroeger dien raaf in een kooi gehouden ; daar i echter wat lastig werd, had bij hem de vrijheid weergegeven. .De raaf verkoos echter niet van die vrijheid te proÂ- teeren, althans hij trachtte vriendschap te sluiten met de kippen van het erf, en sedert hem dit gelukt is, wandelt hij onder de kippen rond, alsof hij ook eene hen was, Den _7 Febr. jl. zou hij blijken geven, dat die wriendschap gemeend was. Op dien dag dan (ongeveer “tegen 12 uur) kwam een hongerige buizerd (Buteuvulgaris) uit een naburig bosch op het erf gevlogen. De vorst, de schrale noord-oostenwind en de geleden houger hadden ‚hem zeker verlokt, om tegen zijne gewoonte in, een ‘aanval te wagen op het pluimgedierde. Laag langs “den -grond vliegend, had hij zich waarschijnlijk reeds conder de aanwezige kuikens een prooi uitgezocht, toen de raaf, hem bemerkte, toevloog en het voor de hennen ‘en kuikens opnam. In den beginne scheen de raaf niet tegen den krachtigen greep van den buizerd bestand te zijn, want hij kreeg geducht klop. Een oogenblik e T S later keerde de kans echter en geraakte de buizerd, onder den voet en takelde de raaf met krachtige sna- velslagen den buizerd zoodanig toe, dat hij onder den rechtervleugel een diepe wonde had. Door het gekakel van de hennen en hare onrust gedurende dien strijd, was de aandacht in de boederij opgewekt en kwam de tuinman onmiddelijk toeschieten, die de overwinning van den raaf hielp voltooien, zijn klomp op den kop van den buizerd zette en hem vervolgens worgde. Voor de waarheid van het bovenstaande sta ik natuurlijk in. De heer van Kretschmar, die de goedheid had mij eenige dagen daarna het exemplaar voor de Hoogere Burger- scholen af te staan, heeft de toedracht der zaak mede- gedeeld. De buizerd was een volwassen mannetje, zeer licht van kleur en vertoonde nog onder zijn vleugel de sporen van den strijd.” i Allerlei. Verleden week kwam te Utrecht een detachement kolonialen door, afkomstig van Indie, Onder deze bevonden zich militairen, die gepasporteerd waren ten gevolge van wonden, in Atsjin be- komen, Het publiek werd echter ook al weer bij den neus ge- nomen door eene speculatie op zijn medelijden met die ongeluk- kigen, die zeker aller belangstelling waardig zijn. Voor eenige dagen kwam iemand aldaar langs de huizen der ingezetenen met eenige negotie, ofschoon hij meer bedelde dan verkocht. Hij wekte het mededoogen op door een verhaal yan ’t verlies van zijn rech- terbeen in Atsjin. Bij onderzoek bleek het, dat de man nooit Atsjin gezien had. Te Krimpen a/d IJsel is, bij afwezigheid der moeder, een kind van ruim twee jaren in brand geraakt en zoo deerlijk gewond, dat het twee Uren daarna is overleden, Te Maassluis ís een matroos van een Portugeesch schip, na ’t gebruik van veel sterken drank aan boord teruzgekeerd, aldaar plotseling dood gebleven, Te Spannum (Friesland) is een ‘kind van zekeren F. R, onder een wagen geraakt en kort daarna aa de gevolgen overleden. Het treurigste van de zaak is, dat het kind (een meisje) als ’t ware moelwillig den dood heefg gevonden, daar het telkeus voor het paard en de wagen liep, die door het dorp reed. Uit Parijs meldt men de volgende Wware gebeurtenis, waarvan een slaperige maar eerlijke koetsier de held is, Een reiziger stapteaan een der spoorwegstations in een fÎÌacre, om zich naar een hotel te laten rijden, waar hij kamers besteld had. Onder weg bemerkte evenwel, dat de koetsier in _Slalìp was geiommeld‚ flu maakte hem wakker, maar dat hielp slechts voor eeuige vogenblikken, want spoedig begon de man weer te Knikkebollen. De reiziger, aie op deze manier kans had tot in ’t oneindige te rijden, stapte uit den wagen en zette zijn tocht te voet voort, Het paard vervolgde zijn sukkeldrafje, Twee uur later werd de koetsier wakker op een bou- levard aan ’% andere einde van Parijs, Hij berinnerde zich zijn reiziger, opende het porier, maar in plaats van den man vond hij een portefeuille met geldswaarle, die op de bank was achtergelaten. De brave koetsier liep bij ’taanbreken van den dag dadelijk naar een politie-bureau, waar reeds aanvrage was gedaan door den reiziger, die deze daad van eerlijkheid ‘ruimschoots belounde, Een koop:an te New--York vroeg in de krant een levendigen, wakkeren knaap, Des avonds wordt er aan zijze woning gescheld en een knaapje van elf dagen in een mand bij hem bezorgd, Dit kind was warm aangekleed, op een papier dat bij hem lagstond: levendig, wakker en nog onverdorven; hij pruimt zelfs nog geen tabak. KERK- EN SCHOOLNIEUWS. Ned. Hervormde Kerk. BEROEPEN te: Spankeren, Ds. A. C. J. van der Kemp te Noordwijkerhout, Veip, A. J. Kan te Joure €. 8. (aang,) Ravenswaaij, Ds. A. P. A. du Cloux em. Veenendaal, Ds J. Noordink te Oene. ’t Woud, Ds. B. van Schelven te Oost & West Souburg. Nieuwvliet, Ds. W, J Breukink te Acquoy. ldsegahuizen, Ds. H. Koops te Wons. AANGENOMEN maar: Lopikerkapel, Ds, W. Willems te Daarle. Ginaeken, Ds. D, D. Wieland te Zwartsluis. BEDANKT voor: Cats, Ds. J. G. P. Muller te Dinxperlo, Westervoort, Ds. A. D. J. Scholte te ’s Gravesande, Pouderoijen, & Loevestein, Ds. B. M. Post vau Griethuijsen te Streefkerk. Bloemendaal, Ds, E. E. Gewin te Abcoude, l Zegveld, Ds. H. W. Eigeman te Wezep. Garijp, Ds. J. de Jong te Surhuizem. > pred. van Spijk. Te Utrecht is door den kerkeraad der hervormde gemeente uit het vroeger vermelde drietal tot pred. beroepen de heer A. H. Duval Slothouwer predikant te Zutfen. s Ten behoeve van de armen der herv. gemeente te Amersfoort is door mevr, de wed. Mr. S. van Walchren geb. J. A. Pigeaud, onlangs aldaar overleden, een legaat van f 2000 vermaakt. y De heeren Josua van Eik, jhr. mr. J. W. van Loon en O. G. Heldring hebben het plan opgevat om te Amsterdam een hervormde diaconieschool te stichten, die ter nmagedachtenis van den dichter »da Costa’s school’’ zal genoemd worden. Op onze Veluwe. Overgenomen uit de Zaaier, _ Kent ge onze Veluwe, waarde lezer? Iets er van mis- schien? Dan gaat heèt uals den schrijver, die niet zoo verwaand is om te meenen, dat hij ’t geheel kent, als hiij een deel zag en daarom >0p onze Veluwe!’ en niet vonze Veluwe” schreef, als hijiets verhalen wil van eene Jandstreek, die hem lief en dierbaar geworden is. Zijn zag, wist hij hoe allen Pruisen Wwaren en éene schrede over Frankrijks grenzen bracht hem volkomen op de hoogte van land en volk. Zulke groote geesten zijn te benijden, maar roeit eens met de riemen, die ge niet hebt! De schrijver moet zich met minder vergenoegen. ‚Die te Amersfoort -op den Centraal spoorweg stapt, weet wel, dat dië lijn tot ZWolle doorloopt, en hem dwars door ’t noordelijk deel der Veluwe en de Zuider- zee langs brengt. In de waggons van genoemde Maat- schappij, vooral in die der. Ie klasse, is ’t niet moeielijk reeds eenige êrvaringen op te doen, die een man als mijn neef in eens geheel op de hoogte brengen en een schilderij doen ophangen, die weinig aantrekkelijks heeft. ' t Overkwam hem eens, hij was nog Student in de 1Theòlogìe‚ dat hij te Assen moest wezen-en op zijn reis neef Studiosus was een ander man. Als die éen Pruis: gebruik maakte van den »Centraal.” Hij had zijn zon- derlingheden en verkoos Ille klas, Of ’t de schuld was zijn beurs of van wat anúders, weet ik niet, maar wel, dat hij na ’t gebruik van een glas »Beiersch”, hij dronk nooit meer dan éen glas, zich in een gemakkelijk hoekje uitzocht en gewapend met een No, van de Kreuzzeitung zich voorbereidde op den vervelenden tocht. Ge kent, niet waar? ‘die waggons Ille klasse? Een bank aan elke smalste zijde en vier banken in de lengte, berekend voor 34 personen, dus G op elke lange en 5 op elke korte bank? Zoo cijferde, neef ’t ten minste in een oogenblik uit, ofschoon hij te vergeefs naar 33 me- dereizigers zocht. Want in zijn tijd waren de wagens zelden vol. Of ’t nu beter is, weet ik ook niet, maar als »men’” gelijk heeft, gaat het sedert de aansluiting in Zwol wat beter met den »Centraal”. Dat tot daaraantoe. Neef zag zijn gezelschap rond. Naast hem een boerenjongen, tegenover hem een schip- per, wien de praatlust uit de oogen keek. Op een der zijbanken een heer in manteljas, een burgerman met een klein meisje, een boerenvrouw met een hengelmand, alles en alles zeven man. Neef sloeg een vluchtigen blik op den manteljas, die ’t druk had met zijn buurman, maar verwaardigde overigens ’t gezelschap niet met zijne conversatie, keek, toen de trein in beweging kwam, in zijn Zeitung, look ongemerkt de oogen en dommelde eer ’t volgend station bereikt was, in een zoeten slaap, Zoo maakte neef ontdekkingen. Ia zijn slaap verwerkt. bij de indrukken, die hij wakende ontving. Dit was zoo zijn methode. Ze stond hem immers toch vrij, niet waar? Maar terwijl neef zoo rustig voortsluimerde werd ’t gezelschap bij een halt met twee passagiers verminderd en met éan vermeerderd. De jongen en de vrouw stap- ten uit en als om dat verlies te vergoeden, nam een vreemdeling, die men in elke groote stad van ons land voor een »zonderling figuur’’ zou uit maken, naast den schipper plaats. De man was gekartbroekt en gesteekt, een verschijning waarvoor, zooals neef Jater zei, ieder Veluwnaar dadelijk de hand naar de klep van de pet steekt. Maar terwijl neef sliep, was ‘hij zoo wijs nog niet. De trein hotste voort en in een oogenblik hadden schipper en »domeneer” ’t druk. Van de afgescheiden gemeente, weet u! Onder al ’t gestommel en gerommel der wagens door, klonken de woorden »genade,” »erfgoed,”’ »doodschuld,” »bekommerd” als verwarde klanken heen, en ofschoon ’t zoo duidelijk bleek, dat men dadelijk op theologisch gebied geraakt was, deerde het mijn slapen- den en theologischen neef niet aan zijn koude kleeren. Daar stopt de trein en »domeneer’’ stapte na een vriendslijken groet uit. De reizigers moesten wat geduld hebben, dat zijn ze op den »Centraal”’ trouwens gewoon en de schipper kon zijn redevloed niet meer inhoudeu en gevoelde behoefte aan verder gesprek. Als of hij langs t gangboord van zijn vaartaig mar- cheerde, zette hij koers op den manteljas aan. »Hé, mijnheer, dat was er nog eentje !” »Wat bedoel je;” zegt een ander. »Nu, je zag toch wel,’’ een veelbetsekenend gebaa met aanwijzing van ’t hoofddeksel voltooide den zin. »Wat zou dat?”’ vroeg een ander. »Meen je dien steek ? Dat maakt geen goede domine. Als ’t onder den steek in orde is, kan ’t er misschien mêe door, maar anders geef ik er geen halve cent voor. Dien kun je-een aap ook wel opzetten.” Ondertusschen zocht een nieuwe passagier zijn plaats. Half burger half boer; als neef zijn oogen opengehad had, zou hij dadelijk gezegd hebben: »dat is eeu lid van een Veluwschen kerkeraad’’. Maar h sliep nog en kon ‘t dus niet zeggen. ’t Gesprek ging voort. De schipper meende, das het toch mooi was, als iemand zich niet schaamde voor zijn ambt en vooral niet, als er in iets zooveel lag, als in dien driekanten hoed, en de manteljas bleef ook bij zijn idée en zei eindelijk, dat bhij zich graag gewonnen wilde geven, wanneer hem uit den Bijbel aangetoond werd, dat het goed was, dat een predikant een franschen hoed van de mode van '’t jaar zooveel op ’t hoofd had. Was nu de schipper geslagen? Volstrekt niet, nu kwam hij eerst ïn zijn kracht. Dat zou hij hem wel le- veren. | Dan zal ik maar eens 2an de Openbaring beginnen” riep hij met vuur, »je hebt toch wel gelezen van den Engel der Gemeente? »Je doet net als de Joden,’’ zegt de ander, die be- ginnen ook van achter af aan. Maar als je ’t dan weten wilt, nu ja: van den Engel der gemeente heb ik wel gelezen; maar ik weet ter wereld niet, hoe je dat bij den steek te pas wilt brengen.” »Dat is mijn zaak. Maar ik wil wel vooraan ook beginnen, als je dat liever wilt. Daar heb je in Genesis …” (Wordt vervolgd.) Straatverlichting te Zeist. Van 25tot 30 April aanmst. 81/4 blussch, 111/, uur. BURGERLIJKE STAND. Zeist: Geboren 18 April. Frieda, dochter van August Her- mann Baudert en Louise Emilie Weiss, 19 April Jan, zoon van Willem Hendrikus van de Geer en Willemijntje Sophia Cazaat. 21 April Harmen, zoon van Cornelis Rijnberge en Johanna Bouwman. Ondertrouwd 22 April, Anne Atsma, 30 j. en Jaùnigje van Laar, 26 j. Overleden 22 April. Gerardus Johannes Polma, 54 j. 22 April Antonía van Dongen, wed. van Johannes Nesselaar, 81 j.— 24 April Joanues Maijer, 77 j. Driebergen: Geboren 11 April. Aaltje, dochter van Jan Hendrik van den Ham en Johanna Bakkenes 13 April Jan- nigje, dochter van Johannes v, Barneveld en Metje v. Nieuwenhuizen. de Bilt: Geboren ;7 \April. 'Dixk, zoon van Peter Kuus en Anthonia Johanna Hoogland, Ondertrouwd 11 April Cornelis Barreveld, 32 j. en Maria Baas, 37 j. j : Overleden T April Jan Wijnands 62 j. Bunnik: Geboren 16 April. Cornelis Hendrikus, zoon van Autonie Goes en Johanma Kok. Gehuwd 23 April Johannes Groen 31 j. Dorrestein 19 j. en Jadith Catharina