Tekstweergave van NL-ZtGAZ_Wb_18690417_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
. … De Voorzitter deelt mede, dat van Heeren _ Zesde Jaargang. — A». 1869. — N.. 16. WEEKBODE VOOR Zeist, Driebergen on Omstreken, De Weeokbode verschijnt geregeld elken Zaturdag. Prijs in de 3 maanaen f 0,85 en franco per post f1,—, afzonderlijke nommers 1O Cents. VERGADERING van den GEMEEN- TERAAD van Zeist, op Dingsdag, den . 18den April 1869. Voorzitter Jhr. W. K. HUYDECOPER. TYegenwoordig 7 leden. $ Afwezig, met kennisgeving van verhinde- ring, de heer J. N. Lund, en voorts de heeren Jhr. Mr. D. G. de Pesters en J. T. Grothe De Voorzitter opent de vergadering ‚ waarna door den Secretaris het gebed wordt gelezen. De notulen van het verhandelde in de ver- gadering van den 18 Februarij 1. worden gele- zen en goedgekeurd. Gedeputeerde Staten zijn ingekomen: 1. goedkeuring op het Raadsbesluit tot aan- vaarding der schenking van de Brandsloot ach- ter den Heuvel, 2. goedkeuring op het primitief kohier we- gens de belasting op de honden in deze ge- meente voor de dienst van 1869, 3. ontvangst berigt der verordening, hou- dende wijziging der verordening op het houden en slagten van vee, mitsgaders op het invoe- ren, vervoeren, keuren en verkoopen van vee en vleesch; Voor kennisgeveng aangenomen. Van laatst genoemde verordening, op den 10 Maart I. alhier afgekondigd, worden exemplaren aan de leden rondgedeeld. Verder deelt de Voorzitter mede, dat de boeken en kas: van den Gemeente-Ontvanger alhier over het 1e kwartaal dezes jaars zijn op- genomen en in goede orde bevonden : voor ken- nisgeving. t Is ingekomen het verslag der plaatselijke School-commissie alhier, aangaande den toestand van het onderwijs in deze gemeente over het jaar 1868, onder bijvoeging der daarbij behoo- rende tabel. Dit verslag wordt na voorlezing op de Secretarie nedergelegd , voor kennisgeving aangenomen. Is ingekomen een afschrift van de rekening en verantwoording der Commissie van admi- nistratie over den weg van het Huis ter Heide naar den Dolder over het jaar 1868: voor ken- Misgeving aangenomen. Is ingekomen het uitvoerig en beredeneerd Verslag van den toestand der gemeente over het dienstjaar 1868, door Burgermeester en Wet- hóuders in voldoening aan art 182 der gemeen- tewet den Raad aangeboden: dit verslag wordt ter: secretarie gedeponeerd, terwijl exemplaren Zalurdag 47 van hetzelve volgens oud gebruik aan de leden worden rondgedeeld. Aan de orde is het onderzoek van den ge- loofsbrief van het onlangs gekozen lid van den Raad, den Heer Jhr. K, J. A. H. Ram van Bottestein. De voorzitter benoemt de Heeren van de Poll, van de Haar en d'Aumale van Romondt, ten einde het vereischte onderzoek in te stellen en deswege rapport uit te brengen. Gedurende het onderzoek wordt de vergade- ring geschorst. De Commissie met hare werkzaamheden ge- reed zijnde, geeft te kennen, dat de geloofs- brief en bijbehoorende stukken in orde zijn be- vonden en adviseert tot de toelating van het hieuw gekozen Jid. Het advies der Commissie wordt in omvraag gebragt en aangenomen met algemeene stem- men. Zullende hiervan aan Heeren Geduputeerde Staten en aan den benoemde worden kennis ge- geven. Is ingekomen eene voordragt van Burgemees- ter en Wethouder tot invoering der heffing van keurloonen van vee en vleesch, met twee daar- toe betrekkelijke ontwerp-raadsbesluiten: ter behandeling in eene volgende vergadering. Nog is ingekomen eene aanvrage van Bur- gemeester en wethouders tot het beschikbaar stellen eener som van { 300 op de begrooting voor het loopende dienstjaar, ten einde daaruit te vinden de kosten gevorderd voor eene ver- betering der schietbaan in deze gemeente ten dienste der schutterij: ter behandeling in eene volgende vergadering, Niets meer te behandelen of voor te stellen zijnde, wordt de vergadering door den Voorzit- ter gesloten. STAATSNIEUWS, Nederland. Van wege den Minister van Corlog is bij de Tweede Kamer een wets- ontwerp ingediend, tot regeling van het on- derwijs aan- en de inrigting van de militaire academie te Breda. België Gelijktijdig met het oekumenische concilie te Rome, zal een magoniek convent van gedelegeerden uit geheel Europa ver- gaderen. Men wilde Parijs tot plaats van bijeenkomst bepalen, doch aangezien cen April, De prijs der Advertentiën van 1 tot 5 regels is 50 Cts.; voor elken regel meer 10 Cts., behalve 35 Cts zegelregt. Brieven franco bij den uitgever z. w. EvERsz te Zeist weigering der vergunning wordt gevreesd, zal de vergadering naar het schijnt te Brus- sel belegd worden. Nadat eerst te Seraing de arbeiders in de kolenmijnen zijn in verzet gekomen en den arbeid gedurende eenige dagen gestaakt hebben, moet, volgens Z' Echo du Parlement, ook in de Borinage eene grève zijn uitge- barsten, en door de mijnwerkers eene kolen- mijn zijn vernield. Voorts zou er eene bot- sing tusschen de troepen en de oproerige mijnwerkers hebben plaats gehad, waarbij 7 personen gedood en een groot aantal an- deren gewond zijn. Pruissen, De nationale partij heeft het noodig geacht door middel van haar orgaan bekend te maken, onder welke voorwaarden en door welke middelen ‚ haars inziens, de band tusschen Noord en Zuid vaster aan- gehaald kan worden. „Wij zijn er van over- tuigd (zegt zij), dat dit zonder geschied- kundige noodzakelijkheid, zonder histori- schen dwang nooit zal kunnen geschieden. Uit den vrijen wil van al de betrokken partijen ontstaan toch nooit groote maat- schappelijke verordeningen en dus ook geene constitutien van groote volken. Een hoogere noodwendigheid, die magtiger is dan de afzonderlijke wil, moet daarbij altijd mede- werken, of het gaat niet voorwaarts.” — De Kreuz-Zeitung tracht uit deze volzinnen aan te toonen, dat de nationale partij, welke altijd met afschuw van de „politiek van bloed en ijzer”’ heeft gesproken, thans zelve tot die staatkunde begint over te hellen of zich althans de gelegenheid wil verschaffen, om tot die denkbeelden van het liberalismus over te loopen, indien hare nationale poli- tiek schipbreuk mogt lijden. Frankrijk. Aan de Zudépendance wordt per telegraaf uit Weenen berigt, dat Oos- tenrijk, Frankrijk en Ttalië overeengekomen zouden zijn om aan den H. Stoe}sfoor ; stellen, gedurende het bijeenzijf concilie een gemengd garnizofn n Ri te leggen, Ofschoon de correspi zekert, dat hij dit berigt ’*