Tekstweergave van NL-ZtGAZ_9001-19_1929_0036
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
F
a
L.G
ADELLA
A
Vo
Tei
he
68
Voorheuvel
37
Zeist
en
308
12
weidelaan
—
Oude
Arnhemsche
weg
van
Reenenweg
—
het
geheele
Transvaal-park
—
de
Torenlaan
Steinlaan
—
Slotlaan
tot
Bethanie
—
Stationslaan
—
het
geheele
Wilhelmi-
napark
—
Prof.
Lorentzlaan
naar
den
Woudenbergscheweg
—
Woudenberg-
scheweg
—
Krullelaan
—
Arnh.
do-
venw.
—
Molenweg
en
Driebergsche
weg
van
den
Molenweg
tot
de
BhK-
kenburgerlaan.
Tot
de
kom
der
gemeente
worden
mede
gerekend
te
behooren
de
per-
ceelen,
gelegen
aan
genoemde
wegen.
(Vastgesteld
bij
Raadsbesluit
d.d
24
April
1895,
gewijzigd
bij
Raadsbesluit
d.d.
4
Mei
1900).
Plaatselijke
belastingen.
Kantoor:
Raadhuis,
kamer
no.
9.
Geopend
dagelijks
van
9'/
2
uur
voorm.
tot
1
uur
namiddag,
behalve
Zaterdags
en
den
laatsten
werkdag
van
iedere
maand.
]
A
Vink,
gemeente-ontvanger.
D.
Q.
Klokke,
le;
A.
P.
Hoogen-
steijn,
2e
en
VJ.
H.
A.
v.
d.
Mersch,
3e
ambtenaar
ten
kantore
van
den
ge
meente-ontvanger.
W.
C.
M.
B.
v.
Prattenburg,
deur-
waarder.
Verordening
op
de
heffing
eener
plaatselijke
inkomstenbelasting.
Art.
1.
Er
wordt
in
deze
gemeente
eene
plaatselijke
belasting
naar
het
inko-
men
geheven.
Art.
2.
1.
De
grondslag
dezer
belasting
is
het
jaarlijksch
zuiver
inkomen
van
den
belastingplichtige,
berekend
volgens
de
bepalingen
van
hoofdstuk
II
der
wet
op
de
inkomstenbelasting
1914.
2.
De
artikelen
31
en
32
van
laatst-
genoemde
wet
vinden
overeenkomstige
toepassing.
Art.
3.
Belastingplichtig
is
ieder,
door
wien
volgens
artikel
244a
der
gemeentewet
moet
worden
bijgedragen
en
wiens
zuiver
inkomen
het
bedrag
van
den
aftrek
voor
noodzakelijk
levensonder-
houd
en
voor
kinderen,
bedoeld
in
ar
tikel
4,
met
/
100.—
oi
meer
overtreft.
Art.
4.
1.
Ter
vaststelling
van
het
belast-
baar
inkomen
wordt
van
het
zuiver
in
komen
van
iederen
belastingplichtige
als
onbelastbaar
aigetrokken
voor
noodzakelijk
levensonderhoud:
a.
voor
ongehuwden
en
voor
we-
duwnaars
of
weduwen
zonder
kinde
ren
beneden
den
18-jarigen
leeftijd
f
500.—;
b.
voor
gehuwden
f
700.—.
2.
Indien
een
belastingplichtige
kinderen
te
zijnen
laste
heeft,
wordt
van
het
zuiver
inkomen
afgetrokken
voor
noodzakelijk
levensonderhoud
f
700.—,
vermeerderd
met
een
bedrag
van
f
75.—
voor
ieder
eigen
of
aan-
gehuwd
kind
of
pleegkind
beneden
den
leeftijd
van
18
jaar
van
den
be
lastingplichtige
dat
minder
dan
/
10.—
per
week
verdient,
naar
den
toestand
op
1
Mei
van
het
belastingjaar.
3.
Onder
eigen
kind
wordt
ver-
staan
een
wettig
en
een
natuurlijk
er-
kend
kind;
onder
pleegkind
het
kind,
dat
door
den
belastingplichtige
als
een
eigen
kind
wordt
onderhouden
en
op-
gevoed.
4.
Met
kinderen,
aangehuwde
kin
deren
of
pleegkinderen
worden
gelijk-
gesteld
inwonende
bloed-
of
aanver-
wanten
in
de
rechte
opgaande
lijn,
inwonende
kinderen,
aangehuwde
of
pleegkinderen
van
18
jaar
en
daarbo-
ven,
die
door
ziels-
of
lichaamsgebre-
ken
buiten
ctaat
zijn
in
hun
onderhoud
te
voorzien
en
die
geheel
ten
laste
zijn
van
den
belastingplichtige.