Tekstweergave van NL-ZtGAZ_9001-11_1917_0028
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
L.
GADELLAA
-
ZEIST
uitgaven
tot
oprichting,
uitbreiding
of
verbetering
der
zaak,
noch
aflossing
van
schuld
begrepen
zijn,
echter
wei
schadeloosstelling
of
vergoeding
voor
reis-,
verblijf-
en
bureaukosten,
voor
onderhoud
van
dienstpaarden
afzon-
derlijk
en
afgescheiden
van
de
bezol-
diging
toegekend,
alsmede
van
dienst-
kleederen;
4o.
vermogens-
en
rijksinkomsten-
belasting,
grond-,
dijk-
en
polderlas-
ten,
straatgeld
en
de
door
den
eige-
naar
van
een
perceel
betaalde
riool-
rechten
en
abonnementsgelden
der
waterleiding,
voor
zoover
die
rechten
en
gelden
niet
door
den
huurder
wor
den
teruggeven;
5o.
uitgaande
lijfrenten
en
perio-
dieke
uitkeeringen
krachtens
wet,
tes
tament
of
boedelscheiding
verschul-
digd,
waaronder
niet
zijn
te
verstaan
de
kosten
van
opvoeding
en
van
studie,
alsmede
die,
welke
ten
behoeve
van
kinderen
worden
aangewend
tot
het
aanleeren
van
eenig
handwerk;
60.
verplichte
kortingen
voor
pen-
sioen
op
de
bezoldigingen
of
pen-
sioenen;
7o.
premien
voor
levensverzeke-
ring,
voor
pensioen
of
voor
lijfrenten,
doch
tot
geen
hoogere
som
dan
vijf
ten
honderd
van
het
bedrag
der
zuivere
inkomsten
zonder
aftrek
der
premien
en
in
geen
geval
meer
dan
f
100.—;
.
80.
premien
voor
verzekering
tegen
werkloosheid;
9o.
premien
voor
verzekering
tegen
inbraak;
lOo.
premien
voor
verzekering
tegen
hagelslag
en
veeziekte;
llo.
periodieke
uitkeeringen
of
gif-
ten
aan
meerderjarige
bloedverwanten
of
aangehuwden
in
de
rechte
lijn,
die
alhier
volgens
art.
245
der
gemeente-
wet
belastingplichtig
zijn,
voor
zoover
de
gever
en
de
begiftigde
niet
samen
wonen.
2.
Van
den
aftrek
bedoeld
in
het
vorig
lid
onder
lo,
4o,
5o,
7o,
80,
9o,
en
lOo
moeten
voldoende
bewijzen
kunnen
worden
overlegd.
Art,
4.
Bij
de
toepassing
der
bepalingen
van
art.
3
gelden
de
volgende
algemeene
regelen:
a.
eigen
gebruik
(behalve
van
in-
boedel),
en
genot
van
vruchten
worden
als
inkomen
beschouwd;
het
genoten
voordee!
wordt
gesteld
voor
de
huizen
op
de
huurwaarde,
waarvoor
aanslag
in
de
personeele
belasting
plaats
greep
en
voor
andere
zaken
op
de
geschatte
geldelijke
waarde;
b.
van
toevallige
bateri
uit
loterijen
en
kansovereenkomsten,
erfenissen,
of
kapitalen
uit
levensverzekering
of
door
schenking
of
legaat
verkregen,
worden
alleen
de
renten
en
vruchten
als
in
komen
beschouwd;
c.
bij
inkomsten
uit
lijfrenten,
tan
tiemes
of
andere
wisselende
of
perio
dieke
uitkeeringen,
00k
met
opoffering
van
kapitaal
verkregen,
wordt
het
voile
bedrag
van
het
genotene
als
inkomen
beschouwd;
d.
legaten,
bestaande
in
periodieke
uitkeeringen,
worden
voor
het
voile
bedrag
in
aanmerking
genomen;
e.
kost
en
inwoning,
genoten
door
belastingplichtigen,
wordt
gerekend
op
de
geldelijke
waarde,
doch
minstens
f
250.—;
f.
het
inkomen
uit
arbeid
van
min-
derjarigen,
beneden
18
jaar,
inwonende
bij
bloedverwanten
in
de
rechte
lijn,
wordt
gerekend
ten
goede
te
komen
aan
het
hoofd
des
gezins;
g.
uitkeeringen
aan
inwonende
bloedverwanten
in
de
rechte
lijn,
niet
krachtens
wet
of
testament
gedaan
door
de
personen
bij
wie(n)
zij
in-
wonen,
worden
voor
den
verkrijger
niet
als
inkomen
beschouwd,
zoolang
de
schenker
in
deze
gemeente
belas
tingplichtig
is.
Van
het
bestaan
van
alle
uitkeeringen
moet
het
schriftelijk
be-
wijs
geleverd
worden;
h.
de
gehuwde
vrouw,
alleen
belas
tingplichtig,
wordt
aangeslagen
naar
Utrechtsche
Schietschuitenveer
M
otordienst
AMSTERDAM
—UTRECHT
—ZEIST
en
omstreken
vice
versa