Tekstweergave van NL-BleSAVPR_VPOG_1868-05-24_003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Putten , Overflakhee BIJVOiEGSEL behoorende bij N °. 8 van het Weekblad van Voorne en Goêdereede . hti H i TD J±i uitgesproken door den Heer j ^ " VV ". HEI1N ", in de vergadering van de Eerstel Kamer der Staten-Generaal op den loden Mei 1868 . De heer HEIN , mede-voorsteller : Mijnheer de Voorzitter , dej politieke toestand , waarin ons land verkeert , is hier genoemd ! een staat van spanning , daar een staat van krisis , en eldersj een gevolg van de werking van onzen constitutionelen regerings - vorm waarin de feiten elkander eenigzins te snel hebben opge - volgd ' Maar hoe men dien toestand ook moge noemen , ik ge- - loof mijne overtuiging , dat die toestand uiterst belangrijk erf buitengewoon is , als die van velen te mogen uitdrukken . Wij staan hier na eeue binnen vijftien maanden herhaalde onW binding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal , waarbj het Ministerie telkens de minderheid had , na een heeten strijd in die Kamer en na eene herhaaldelijk afgestemde begrooting , voor een door het Ministerie collectief aau den Koning aange - boden ontslag . Het overleg tusschen de Regeering en een tak der Vertegenwoordiging heeft daardoor opgehouden , is althan ^ geschorst ; en de natie , die tot tweemaal toe in dien strijd is betrokken geworden en dien met belangstelling heeft gevolgd , zij wacht nu eerbiedig , maar toch ; het valt niet te ontkennen , - - in zekere-^pa-n-aing-aV-wat de Koning in , zijne wijsheid , za l be - 1 sllSS6D . Mag ' deze kamer , in de ernstige omstandigheden , waarin het land verkeert , zich ongeroepen doen hooreu ? Neen , laat ik liever vragen : mag zij langer het stilzwijgen bewaren ? Is het nu niet hare roeping , haar pligt , om met een eerbiedig , met een kalm woord , van hare zienswijze over den politieken toestand des lands te doen blijken , tot den Koning met vertrouwen te naderen en in eene onpartijdige voordragt hare beschouwingen , hare bezwaren , hare wenschen , in het belang des lands en der Kroon beide , aan het Hoofd van den Staat te kennen te geven . De voorstellers hebben begrepen deze vraag toestemmend te moeten beantwoorden Of de kamer zich niet vroeger had moe - ten doen hooren ? Misschien ja ; enkele leden hadden dit zelfs verlangd ; het is ook nog gezegd bij de deliberatiën over de prise en consideration ; maar anderen oordeelden dit ongera - den , omdat daardoor gedurende het debat in de andere Ka - mer ' den strijd mag ik ' t wel noemen eene bedenkelijke pressie hetzij op die Kamer hetzij op de Regering zou worden uitgeoefend ; omdat deze Kamer daardoor welligt zou zijn ge - komen in een conflict tusschen de Regering en de Vertegen - woordiging , en omdat dan daardoor de spraakverwarring zoo werd er gezegd eer zou zijn toe - dan afgenomen . Maar hoe dit ook zij , het is niet geschied ; de Eerste Kamer heeft ge - zwegen en wij de voorstellers wij hebben gemeend dat het nog dat het nu de tijd was om te spreken . Vandaar het voorstel tot bijeenroeping . Ik merk alleen nog op , zoo als reeds vroeo - er is gezegd , dat het ons aanvankelijk en voornamelijk alleen te doen is geweest , deze Kamer in de gelegenheid te stellen zich te doen hooren , haar de vraag ter beslissing voor te leo-o-en , of zij in de bestaande omstandigheden het met hare roeping en met haren pligt kon overeenbrengen het stilzwijgen te blijven bewaren , dan wel in eene eerbiedige voordragt tot den Koning te spreken . Verder zijn de voorstellers toen niet gegaan en de redenen daarvoor zijn in de gewisselde stukken opo - eo-even : zij zijn , naar ik vertrouw , door de Kamer gebil - lijkt , als een bewijs onzer bescheidenheid , daar wij onze opvat - tin » en onze wijsheid niet in de plaats van de opvatting en de wijsheid der Kamer wilden stellen . Eerst nu , nadat het voor - stel de phases van het Reglement van Orde heeft doorloopen en de afdeelingen hun gevoelen hebben geuit , zijn de voorstellers er toe gekomen gevolg te geven aan de wenken , in het Verslag opgenomen , en met eenige wijziging , van ons primitief voorstel in groote trekken de hoofdgedachte aan te geven van het in te dienen adres . De kamer beslisse nu of de bestaande omstan - digheden het indienen van een adres regtvaardigen en daarna , of zij zich met een adres in de door ons aangegeven strekking zou ' kunnen vereenigen . Over de bevoegdheid der Kamer tot indiening van adressen be - hoef ik geen woord meer te zeggen ; het is in het gedrukte Ver - slag dadelijk op den voorgrond gesteld en door niemand betwij - feld dat de Kamer daartoe bevoegd is . Maar men heeft ernstige bedenkingen geopperd nopens de vraag , of de Kamer in de be - staande omstandigheden hare bevoegdheid niet zou te buiten gaan door een adres in den door ons aangegeven zin in te dienen . Men heeft beweerd dat daardoor zou worden geraakt aan de praero - gativen der kroon ; dat daardoor pressie kon worden uitgeoefend op de vrije beslissing des Konings , en wat niet al meer gevaar - lijks en ongrondwettigs . Ik behoef niet veel woorden tot wederlegging , na hetgeen daarover door mijn geacht medelid uit Zuidholland , den heer Duymaer van Twist , en inzonderheid ook nog door een mijner geachte medevoorstellers is aangevoerd . Ik wil alleen ,, kan het strekken tot geruststelling van enkelen in ons midden , nog wijzen op een antecedent in de Tweede Kamer . Onlangs is daar door een zeer kundig , zeer geacht en gemoedelijk Vertegenwoordiger , geenszins een tegenstander , veel - eer een vriend van het Kabinet , door den heer de Bosch Kemper , voorgesteld het indienen van een adres aan den Koning , en ik aarzel niet , te verklaren dat , naar mijne opvatting , de inhoud , de hoofdgedachte en de strekking van dat adres veel gepronon - ceerder was en veel verder ging dan hetgeen wij nu aan deze Vergadering voorstellen . Welnu , de constitutionaliteit , als ik ' t zoo noemen mag , van dit voorstel heeft in de andere Kamer geene bestrijding onder - vonden . Ik vergis mij ; er was één lid , die het daarom bestreed , maar overigens is noch door de voor - noch door de tegenstan - ders van de Regering , noch door de Regering zelve , op dien grond iets daartegen ingebragt . Dat voorstel is , wel is waar , verworpen , maar op geheel andere gronden . De eene partij vond de voorstelling der feiten niet naar haar zin ; de andere wilde een adres door de tegenpartij hebben gemaakt ; weder anderen achtten het adres na de aanneming der motie Blussé overbodig , en zoo al meer . Maar , het adres is niet bestreden op grond van inconstitu - tionaliteit ; en nu moet ik de vrijheid nemen aan de Kamer mede " te deélen wat " de vo ors t el ler " he eft g eant woord aan het eenige lid dat bet voorstel had bestreden , op grond dat het adres niet constitutioneel zou zijn ; het antwoord is te lezen in het Bijblad , bladz . 203 : « De heer van Beyma thoe Kingma heeft gezegd , dat een adres was inconstitutioneel , want dat wij dan den constitutionelen Koning in onze beraadslaging trekken . Ik heb met verbazing zulk eene leer in de Kamer hooren verkon - digen . Hebben wij dan een Koning , die geheel en al buiten de Grondwet staat * die niets heeft dan een titel , wiens onschend - baarheid gepaard gaat met onbeduidendheid en werkeloosheid , met elke afwezigheid van elke magt ? « Neen , zulk een constitutie met een Koning , die alleen zijne beeldtenis op de munt heeft , hebben wij niet . Wij hebben een Koning met bepaalde regten , die hij behoort uitte oefenen vol - gens zijn geweten . Hij is wel onschendbaar voor den regter en voor het publiek oordeel , omdat zijne handelingen , als alleen tot zijn geweten betrekking hebbende , boven dat oordeel verheven zijn . Maar toch heeft hij een werkzaam deel in de regeering des lands , en dat bestaat inzonderheid in het benoemen en het ont - slaan der Ministers . Wanneer nu in deze Vergadering zich eene overtuiging begint te openbaren , dat het niet in ' s lands belang is dat de Ministers blijven , en daaromtrent geschil bestaat , dan behoort dat verschil aan den Koning kenbaar gemaakt te worden ." Tot zoover de heer de Bosch Kemper : ik vraag : kan dat oordeel niet evenzeer zijne toepassing vinden , waar zich eene overtuiging begint te openbaren van het onraadzame eener derde ontbinding inliet belang des lands ? En wanneer men nu , behalve deze beschouwingen , nog meer bezwaren mogt hebben , zou ik lust gevoelen te verwijzen naar het korreltje zout , doorgaans in de uitlegkunde zeer nuttig en voor de interpretatie van eene grondwet niet overtollig , waarop de heer Groen van Prinsterer in zijne bekende brochure heeft gewezen , wanneer men den grondwettigen Koning geheel wil stellen buiten eenig verband tot het geheele zamenstel der Grond - wet en het daarbij boven alles vooropgezet gemeen overleg met de Staten-Generaal , die het volk vertegenwoordigen . Ik geloof dat er genoeg is gezegd voor het betoog , dat de Kamer bevoegd is zich in dien geest van ons ontwerp tot den Koning te wenden . Ik kom dus nu tot de vraag : zijn de omstandigheden van dien aard dat zij de indiening van een adres regtvaardigen ? Zoo ja , acht de Kamer het oorbaar een adres in de gegeven strekking in te dienen ? Wordt die vraag toestemmend beant - woord , dan zal de zaak langs den door het Reglement van Orde aangewezen weg hare verdere oplossing kunnen vinden . Bij den aanvang van mijne rede schetste ik den toestand van het land als buitengewoon . En nu heb ik met verbazing in het Verslag gelezen , dat enkele leden dien toestand volstrekt niet buitengewoon achten , en wel zouden wenschen aangewe - zen te zien waarin die buitengewone toestand dan toch wel bestaat . Ik zal , om te voldoen aan het verlangen van die geëerde le - den , met een enkel woord nader aanduiden waarin mijns inziens die buitengewone omstandigheden bestaan . Ik zal daarbij vol - strekt niet treden in eene beoordeeling , veel minder in eenige censuur van de handelingen der andere Kamer ; deze Kamer is daartoe naar mijn inzien volstrekt niet geroepen of bevoegd . Tevens zal ik , ofschoon daartoe het regt volkomen bestaat , mij onthouden van eenige beoordeeling van de handelingen der Regering . Ik wil mij dus op een zeer onpartijdig standpunt plaatsen. Ik wensch enkel te releveren de feiten zoo als zij zich hebben